Wat is de no go-area in het gesprek over gedrag?


We zeggen het zo vaak: “we moeten elkaar vaker aanspreken”.

En we doen het niet.

Daar is een goede reden voor. We voelen haarfijn aan dat aanspreken een terrein is met vele voetangels en klemmen. Waardoor de kans groot is dat we met het gesprek meer kapot maken dan ons lief is.

Maar dat mag natuurlijk geen reden zijn het uit ons repertoire te schrappen. We moeten alleen wegblijven van een deel van het terrein waar we zeker zullen struikelen.

Die no go-area is het gesprek over houding.

Houding -we noemen het ook wel mindset – is tekst over wat de ander is. Het zijn woorden die duiden op een persoonskenmerk. Je komt ze op het spoor door te letten op zinnen die beginnen met “je bent…”, “ik vind je…” of “dit gedrag is…”

“Je bent niet proactief”

“Ik vind je niet klantvriendelijk”

“Dit gedrag is niet professioneel”

Op diezelfde no go-area liggen de houdingswoorden die we verpakken in een verwachting, waarin we -vaak omfloerst – iets zeggen over wat de ander nu nog niet is, maar waarvan we wel willen dat hij het wordt.

“We streven naar meer proactiviteit”

Het probleem met houdingswoorden is dat het gesprek erover zelden leidt tot reflectie. Het houdt de ander in ontkenning (‘dit gaat niet over mij, ik ben al professioneel’) of het geeft weerstand (‘hoezo, vind je me niet professioneel?’).

Als we houdingswoorden gebruiken impliceren we dat we de houding van de ander zien als de kern van het probleem. “Het zit gewoon in een stukje mindset”, zeggen we dan. Maar daarmee doen we geen recht aan wat er echt aan de hand is. Gedrag komt altijd ergens vandaan: uit beweegredenen, patronen en belemmerende mechanismen in de inrichting van de organisatie. Maar naar die situationele factoren kijken we niet omdat we de oorzaak al gevonden denken te hebben. Wat wij houding noemen is ons voorbarige oordeel dat in het gesprek als een wijzend vingertje meekomt. De ander voelt het en neemt afstand.

Wat dan wel?

De kans dat we op het terrein overeind blijven is een stuk groter als we ons in het gesprek beperken tot drie andere gespreksonderwerpen over de situatie in het hier en nu:

  • Gedrag: wat je de ander ziet doen
  • Oorzaken: waarom de ander doet wat hij doet
  • Het effect op de afnemer: wat de ander teweeg brengt bij jou of degene(n) waarvoor jij opstaat

Dat gesprek is nog steeds niet vrij van voetangels en klemmen. Alleen al het uitspreken van het woord ‘gedrag’ ligt gevoelig. Het goede nieuws is dat in het derde gespreksonderwerp: het effect op de afnemer, goede mogelijkheden liggen om het gesprek te openen. Dan kunnen jullie samen verder zoeken naar de vraag wat er aan de hand is. In dat gesprek ben je niet meer aan het aanspreken, je bent een problematische situatie aan het aankaarten. Dat ligt beduidend lager op de schaal van heftigheid.

Dan hoeven we elkaar een stuk minder aan te spreken.

Annemarie Mars, januari 2024


Voor de liefhebber:

Het gesprek over gedrag (waarderen, feedback geven en aanspreken) is ook onderwerp in:

Foto: https://www.reddit.com/r/firstworldanarchists/

Abonneer je hier op mijn blog

Tien keer per jaar zoek ik naar antwoorden op een prangende vraag over verandering.

(En vanaf november 2018 zijn de blogs ook in het Engels te lezen)

Klik hier om te abonneren