Wanneer is het stimuleren van eigenaarschap misplaatst?


‘Eigenaarschap’ is het centrale begrip al mijn werk . Ik heb er zelfs een heel boek aan gewijd. Toch kom ik wel eens situaties tegen waarin ik zie dat eigenaarschap wordt belemmerd door de manier waarop er aan eigenaarschap wordt gewerkt.

Ik laat je er twee zien.

Als je eigenaarschap ziet als kenmerk van de ideale medewerker

Het is merkwaardig als eigenaarschap wordt gepresenteerd als een nastrevenswaardige eigenschap in zichzelf, zonder tekst waarvan mensen dan eigenaar zouden moeten zijn. Alsof je pas een goede medewerker bent als je alles omarmt, ongeacht wat het is.

De prijs daarvan is dat mensen feilloos het signaal oppikken dat er geen ruimte is om iets anders te zijn dan eigenaar. Terwijl mensen alleen eigenaar van iets kunnen worden als ze ook het tegenovergestelde voluit onder ogen kunnen zien.  Als je dat –hoe subtiel ook- ontmoedigt bereik je hoogstens gehoorzaamheid. En is het streven naar eigenaarschap niets anders dan ‘doe nou gewoon eens een keer wat ik zeg’ in een modern jasje.

Als je het woord eigenaarschap naar de ander uitspreekt

Daarmee moeten we het werken aan eigenaarschap niet afschaffen, want een verandering is pas geslaagd als mensen er eigenaar van zijn geworden. Maar dat wil niet zeggen dat het woord ‘eigenaarschap’ geschikt is om in een gesprek naar de ander te gebruiken. Op het moment dat je het woord in de vorm van een appèl naar mensen uitspreekt (‘ik wil zien dat je eigenaarschap toont’, ‘ik wil je commitment zien’) gaat het mis.

Eigenaarschap is namelijk een gevoel. En een gevoel laat zich niet appelleren. Als je dat toch probeert krijg je juist het tegenovergestelde. Als je iemand zegt dat hij je moet respecteren, dan krijg je minachting. Als je iemands zegt dat hij blij moet zijn, dan wordt hij chagrijnig. En als je iemand vraagt om eigenaarschap te tonen, dan krijg je weerstand.

Maar er is nog iets belangrijkers aan de hand. Als jij wilt dat de ander eigenaar wordt van iets dat jij belangrijk vindt, en je spreekt hem daarop aan, dan maak je hem verantwoordelijk voor jouw pogingen om hem te bereiken. Dat is net zo misplaatst als met je kinderen in gesprek gaan over hun gebrekkige respons op jouw opvoeding. Als jij iets wilt, en de ander is daar nog geen eigenaar van, dan ligt de sleutel naar zijn eigenaarschap niet bij de ander, maar bij jou.

Annemarie Mars, februari 2017


Voor de liefhebber

Hoofdstuk 14 van De functie van frictie gaat over eigenaarschap (ik noem het verbinding, intrinsieke motivatie of vol gedrag).De functie van frictie

 

Abonneer je hier op mijn blog

Tien keer per jaar zoek ik naar antwoorden op een prangende vraag over verandering.

(En vanaf november 2018 zijn de blogs ook in het Engels te lezen)

Klik hier om te abonneren