Is het weerstand tegen de verandering of tegen jou?

Weerstand is een fascinerend verschijnsel.

Alleen al de vraag of je het woord weerstand wel mag gebruiken houdt de gemoederen bezig. Alsof dat alleen al bewijst dat het aan jou ligt.

Ik doe daar niet aan mee. Het woord weerstand staat gewoon in de Van Dale. Daar omschrijven ze het als tegenstand en verzet. Als we een fatwa over het woord uitspreken kunnen we het ‘monster’ ook niet in de bek kijken.

En dat is nodig, want de ene weerstand is de andere niet.

Een vraag die we ons moeten stellen is of de ander zich verzet tegen de verandering of tegen jou. Die twee zijn in de hitte van gesprek lastig uit elkaar te trekken. En toch is dat belangrijk als we trefzeker willen handelen.

Er zijn drie categorieën:

Weerstand tegen de verandering maar niet tegen jou

Hier maakt de verandering die jij uitdraagt bij de ander gevoelens los van frustratie, angst, verdriet, onmacht of onzekerheid. Maar geen boosheid naar jou. Jullie relatie lijdt er niet onder. Het gesprek is indringend maar niet polariserend.

Weerstand tegen de verandering én tegen jou

Hier maakt de verandering die jij uitdraagt ook boosheid los naar jou als boodschapper of beslisser. In die boosheid uit de ander zijn verzet afbrekend. Hij verwijt je de situatie en speelt op de persoon.

Dat stelt je op de proef om niet ook boos te worden en het gevecht aan te gaan. Maar dat helpt nooit. Je komt er niet achter wat er echt aan de hand is. Je verliest de verandering, de relatie en je waardigheid.

Je hebt een tweetrapsraket nodig om met deze situatie om te gaan. Eerst dien je de emotie te erkennen die de verandering bij de ander losmaakt. Vaak is dat genoeg om het gesprek te de-escaleren. Als de ander zijn aanval op jou toch voortzet, is de tweede trede om het gedrag van de ander te begrenzen. Niet om de ander zich slecht te laten voelen, maar om jouw condities neer te leggen waaronder je gesprek over de verandering kunt en wilt vervolgen.

Weerstand tegen jou

Hier is de verandering die jij uitdraagt voor de ander een aanleiding om een ander type gevecht aan te gaan: het vereffenen van een relationele rekening. Op social media is deze categorie gemeengoed.

De behoefte van de ander is niet om de verandering tegen te houden, maar om jou je slecht te laten voelen. Het gevecht draait om het bekrachtigen van superioriteit. Op deze apenrots heeft het geen enkele zin om het gesprek over de inhoud te voeren.  Je hebt drie opties: het gesprek aangaan over de relatie, het gesprek beëindigen of het gedrag begrenzen.

Wat is wijsheid?

Het zou helpen als we deze voor derde categorie niet het woord weerstand gebruiken. Want het is geen tegenstand en verzet, het is agressie. Dan kunnen we het woord weerstand afbakenen tot een reactie op verandering. Ook als die reactie boos is naar jou.

En dan kan het devies bij het omgaan met weerstand blijven: je hebt het gevoel van de ander eerst te erkennen.

Annemarie Mars, september 2023


Voor de liefhebber

Omgaan met weerstand is een belangrijk onderdeel van mijn Online training Hoe krijg je ze mee?

In de eerste module beschrijf ik als één van de reacties op verandering. In de modules daarna geef ik je verschillende vormen van houvast om met die reacties om te gaan.

Je leert een heldere taal en praktisch houvast om in elke situatie in je veranderopgave snel tot de essentie van je vraagstuk te komen, zodat je weet wat je te doen staat.

Klik hier voor meer informatie

Fotocredits: “Myna Birds in an Angry Discussion” by sonstroem is licensed under CC BY 2.0.
Lees meer →

Hoe ontsnap je aan de warme deken?

De fluwelen handschoen.

De mantel der liefde.

De lieve vrede.

De warme deken.

Als er zoveel uitdrukkingen zijn voor de neiging om het echte gesprek uit de weg te gaan om de relatie te sparen, dan moet die neiging wel bijzonder hardnekkig zijn.

Warme dekens kunnen we missen als kiespijn. Want we weten dondersgoed dat ze geen werkelijke warmte geven. Dat fluwelen handschoenen ons in een wurggreep houden. Dat de mantel der liefde een verstikkende dwangbuis is.

Dat de lieve vrede een wrede vrede is.

We kunnen eraan ontsnappen door het inzicht dat de warme deken bestaat bij de gratie van twee groepen mensen: ongemoeiden en gedupeerden. De ongemoeiden zijn de mensen die met jou onder de warme deken zitten. Ze laven zich aan de warmte omdat je goed en aardig voor ze bent en het ze niet moeilijk maakt. De gedupeerden zijn de mensen die lijden onder de situatie. Dat kun je ook zelf zijn. De gedupeerden betalen de prijs dat dat het werkelijke gesprek met de ongemoeiden niet wordt gevoerd.

De warme deken is niets anders dan jouw eenzijdige loyaliteit naar de ongemoeiden. Je laat je vooral leiden door de angst dat je de relatie met hen kwijtraakt; omdat ze je lastig vinden, boos op je worden en afstand van je nemen.

Die angst zegt ook iets over je relatie met de gedupeerden. Blijkbaar is die minder warm, want het risico op relatieschade met hen weeg je minder zwaar. Die ongelijkheid is extra tragisch als je relatie met de gedupeerden minder warm is omdat ze minder toegang tot je hebben, omdat ze anders zijn dan jij, of omdat ze zich al kritisch over je uitlaten omdat je geen actie onderneemt om hun pijn te verlichten.

Waar je eenzijdige loyaliteit ook vandaan komt, het gevolg is dat je de warmte van de relatie doorslaggevend laat zijn voor je afweging van belangen.

Dat noemen we vriendjespolitiek.

Om te ontsnappen aan de warme deken heb je een ander richtsnoer nodig. Niet de warmte van de relatie moet leidend zijn, maar situationele pijn. Aan de ene kant van de weegschaal leg je de pijn van de gedupeerden als de situatie niet verandert. Aan de andere kant leg je de pijn van de ongemoeiden als de situatie wel verandert. Dan kun je met open vizier de afweging maken wat in deze situatie wijsheid is. Soms is een winwin-situatie mogelijk, soms moeten de ongemoeiden inschikken, soms moeten de gedupeerden berusten dat de situatie blijft zoals hij is.

Het gesprek waar je ongetwijfeld met de grootste buikpijn ingaat is als je de ongemoeiden moet vertellen dat ze iets inleveren ten gunste van de gedupeerden. Want niet alleen raken ze dan een verworvenheid kwijt waar ze nu de vruchten al van plukken, je trekt ook de warme deken weg waaronder je ze stelselmatig hebt bevoordeeld. De dubbele frictie die je daarmee losmaakt is onvermijdelijk om de pijn voor de gedupeerden te verlichten, en noodzakelijk om het speelveld gelijk te trekken.

Het is functionele frictie.

Annemarie Mars, maart 2023


Voor de liefhebber

In De functie van frictie reken ik de warme deken tot disfunctionele rust, die een plek heeft in de roodgroene matrix samen met functionele frictie.

Frictie en rust

In het boek staan ook 14 andere bronnen van disfunctionele rust die maken dat veranderaars het gesprek uit de weg gaan. De warme deken staat in hoofdstuk 8. Hoofdstuk 5 gaat over de afnemer en hoofdstuk 6 over de doelgroep.

Fotocredits: “Good night, sleep tight #1” by jinterwas is licensed under CC BY 2.0.
Lees meer →

Hoe zorg je dat mensen iets voor elkaar over hebben?

Het is fijn veranderen als mensen wat voor elkaar overhebben. Als de fusiepartners bereid zijn elkaar halverwege te ontmoeten. Als afdeling A een deel van het werk over kan nemen van afdeling B. Als Sales en Productie open staan voor elkaars inbreng in de customer journey.

Of iemand iets voor een ander over heeft is niet alleen een kwestie van karakter of mindset. Het hangt ook, en misschien wel vooral, af van de situatie. Twee condities wegen in de afweging zwaar mee.

De eerste conditie is de verenigbaarheid van belangen. Als ik met wat ik geef mezelf niet teveel in de vingers snijd heb ik meer voor je over. Ik vind het prima om iemand voor te laten gaan in de wachtrij bij de kassa van de Albert Hein, maar niet in de wachtrij voor mijn knieoperatie.

De tweede is de warmte van de relatie. Als je me dierbaar bent heb ik meer voor je over. Voor mijn kinderen zet ik alles opzij, voor een voorbijganger een stuk minder.

Als belangen verenigbaar zijn en de relatie warm is, kun je echt samen veranderen. Niemand hoeft voor een ander iets te bepalen; mensen komen er samen uit. Ze leggen op tafel wat ze belangrijk vinden en ze overbruggen de verschillen door geven en nemen. Zo kan een gedeelde richting ontstaan waar ieder zijn beweegredenen voldoende in herkent.

Maar soms zijn belangen niet zo makkelijk te overbruggen en is de relatie te pril of te kil. Dan kun je onderzoeken of je beide condities kunt versterken. Je kunt belangen compenseren zodat de verschillen kleiner zijn. En je kunt investeren in de relatie, zodat mensen elkaar gaan zien als mens van vlees en bloed.

Dan blijven de situaties over waarin de belangen gewoon te groot en strijdig zijn om te overbruggen. Als je dan volhardt in je verwachting dat mensen er samen wel uit zullen komen, zal de verandering polariseren. Want ze zullen er niet uitkomen en in het stagnerende gesprek zal de relatie alleen maar verder afkoelen.

Samen veranderen is dan op zijn grenzen gestuit. Er is een arbiter nodig die een mandaat heeft om te bepalen wie welke prijs gaat betalen. Deze beslisser moet helder zijn over de urgentie van het besluit én mag partijen nooit het gevoel geven dat ze veroordeeld worden op het feit dat ze opkomen voor hun belang. Want daarmee drijft de arbiter partijen nog verder uit elkaar en is de route van samen veranderen ook voor toekomstige opgaven afgesloten.

Dus?

Ben realistisch over de kans dat mensen iets voor elkaar over zullen hebben. Schat in of de condities daarvoor in jouw veranderopgave aanwezig zijn. Zo niet, compenseer belangen en investeer in de relatie.

Zodat je alle mogelijkheden die er zijn benut om samen te veranderen.

Annemarie Mars, augustus 2022

Fotocredits: Bird feed by Jidanchaomian is licensed with CC-BY-2.0
Lees meer →
Annemarie Mars - Hoe blijf je uit de arena

‘Als ik even mag uitpraten, sukkel?’ (Of: hoe je bij verandering uit de ring blijft)

‘Met alle respect, maar ik vond je feedback nogal ongenuanceerd.’
‘Ja sorry hoor, ik heb toch echt mijn best gedaan om iets positiefs uit je voorstel te halen.’

Je kent het wel: het gesprek is beleefd. Jij verheft je stem niet, en hij begint niet te schelden. Niemand hoeft 112 te bellen. En toch voel je dat jullie relatie is afgekoeld.

Sterker nog: jullie zijn de ring in gestapt.

Je herkent het gevecht aan: rollende ogen, zuchten, wenkbrauwen optrekken, elkaars inbreng negeren en blikken van verstandhouding wisselen met omstanders. Of aan sukkel-opmerkingen.

Sukkel-opmerkingen?

Dat zijn zinnen waar je de term sukkel achter kunt zetten, zonder dat de strekking verandert:

‘Als ik even mag uitpraten, …’

‘Ik mag toch wel verwachten dat … , …’

‘Gelukkig zijn er ook mensen die wel positief zijn, …’

Wat is er mis met een beetje frictie af en toe?

De ring is een veranderkiller. Op het moment dat je erin stapt slaan je intenties om. Je was erop uit om samen verder te komen, maar de behoefte om de ander terecht te wijzen neemt het over.

Je wilt winnen.

Het gevoel van triomf als je wint is best lekker. Maar niet voor lang. Want als jij de winnaar bent, is de ander de verliezer. Dat beschadigt de relatie. En dan staat de ander niet meer open voor jouw beïnvloeding.

Je wint het gevecht, maar je verliest de verandering.

Maar ik mag toch wel opkomen voor mezelf?

Natuurlijk. Als iemand iets doet dat jou benadeelt, dan moet je daar iets mee. Jij bent ook belangrijk.

Maar zolang je daar boos over bent, sta je in de ring. En de bedoeling is dat je eruit komt.

Het advies dat mensen elkaar vaak geven is: je moet gewoon het gesprek met de ander aangaan. Maar dat is gevaarlijk. Want als je dat doet terwijl je nog de behoefte voelt om de ander terecht te wijzen, komt daar alleen maar méér ruzie van.

Wat moet je dan wel doen als je voelt dat je boos wordt?

Elke gevecht is anders. Er zijn geen vaste recepten. In de ene situatie helpt het om je gevoel uit te spreken, in de andere om een time-out in te lassen, en in de volgende om je advocaat te bellen.

Om erachter te komen wat in jouw situatie helpt, heb je twee inzichten nodig:

1. Zolang ik boos ben, brengt alles wat ik doe me van de regen in de drup

Uit de ring stappen vraagt al je zelfbeheersing. Die kun je alleen opbrengen als je weet wat de prijs is die je betaalt als je er wél in stapt: dat je er spijt van krijgt.

2. Zolang ik boos ben, ontken ik wat ik werkelijk voel

Boosheid is de makkelijkste emotie. Het houdt je weg van je diepere gevoelens, zoals angst, verdriet, machteloosheid of miskenning.

En is dat alles?

Ja. Meer heb je niet nodig.

Inzicht 1 helpt om jezelf te beheersen en uit de ring te stappen, inzicht 2 zorgt er voor dat je gaat onderzoeken wat er écht aan de hand is.

Dus?

Blijf uit de ring als verandering je lief is. Zie je boosheid onder ogen en onderzoek wat er onder ligt. Zodat je weer samen verder kunt.

Annemarie Mars, maart 2019


Voor de liefhebber:

Lees deel 4, hoofdstuk 18 van De functie van frictie over de waarde en de schade van boosheid in verandering.De functie van frictie

Fotocredits: “The Drongo” by VinothChandar is licensed under CC BY 2.0
Lees meer →

Hoe verdien je vertrouwen?

In deze lastige tijden zijn er weinig mensen die betwisten dat een gebrek aan vertrouwen heeft aangezet tot de crisis waar we ons in bevinden, en dat het weer opbouwen van vertrouwen de sleutel is voor de oplossing ervan.

Ook in organisaties gebruiken we ‘het V-woord’ veel om problematische relaties met managers, medewerkers of klanten te beschrijven (‘het vertrouwen is weg’) of om goed leiderschap te typeren (‘succesvolle leiders geven vertrouwen!’). En dus is de vraag hoe je vertrouwen (terug)verdient een mooi  onderwerp voor het blog van deze maand.

Vertrouwen

Tijdens het schrijven van ‘Jongleren met loyaliteiten’ ben ik op zoek gegaan naar omschrijving van het woord ‘vertrouwen’ en op basis van mijn gezond verstand kwam ik tot de volgende definitie:

Iemand vertrouwt je als hij het gevoel heeft dat zijn belang bij jou in goede handen is

Ik moet erbij vertellen dat het woord ‘belang’ voor mij geen vies woord is. Ik zie het als alles dat voor iemand, het woord zegt het al, ‘belang-rijk’ is. Een belang is niet altijd een eigenbelang: iemand kan ook iets belangrijk vinden voor de organisatie, of voor een ander. Het hebben van een belang is ook niet iets verwijtbaars. Dat verwijt zal de ander niet ontgaan met als gevolg dat hij voelt dat zijn belang bij jou niet in goede handen is. En dan bereik je dus het tegenovergestelde van vertrouwen.

Te makkelijke antwoorden

Op de vraag ‘hoe verdien je vertrouwen’ geven mensen soms als antwoord: ‘je krijgt vertrouwen door het te geven’. Volgens mij is dit niet altijd waar en kan het zelfs naïef zijn. Dan ga er al vanuit dat jouw belang bij de ander in goede handen is. Dat is alleen zo als de relatie daarvoor warm genoeg is én als het belang van de ander ruimte laat voor dat van jou. In koude relaties waar zware tegengestelde belangen spelen, is het geven van vertrouwen een zeker recept op het schaden van je eigen belang en dus van het verder schaden van de relatie.

Een ander antwoord op de vraag hoe je vertrouwen verdient is: ‘je krijgt vertrouwen door goed te luisteren naar wat voor de ander belangrijk is en door transparant te zijn over de afwegingen die je maakt die het belang van de ander raken’. Dat antwoord lijkt logisch, maar is nog steeds te makkelijk. Dat luisterend oor en die transparantie zijn namelijk een lege huls als ze niet het gevolg zijn van een dieperliggende behoefte.

Loyaliteit

Die behoefte is wat ik ‘loyaliteit’ noemen, een begrip dat ik in ‘Jongleren met loyaliteiten’ heb omschreven als:

Je bent loyaal aan iemand als je handelt vanuit de behoefte om dienend te zijn aan zijn belang

De zin ‘ik vertrouw je’ gaat dus over hoe de ander omgaat met wat voor mij belangrijk is, de zin ‘ik ben loyaal aan je’ zegt iets over hoe ik omga met wat voor de ander belangrijk is. En zo zorgt de combinatie van loyaliteit en vertrouwen in een relatie voor wederkerigheid en (daarmee) voor warmte en duurzaamheid. Dat geldt voor elke soort relatie, want loyaliteit hoeft niet alleen naar boven te wijzen. Het kan ook worden gevoeld naar ondergeschikten, naar collega’s, klanten, gezinsleden en toekomstige generaties. En laten we niet vergeten: naar jezelf. Loyaal zijn naar een ander is immers niet hetzelfde als jezelf opofferen.

De uitdaging is dat er in hedendaagse organisaties altijd meerdere belanghebbenden zijn om rekening mee te houden. Hun belangen wijzen niet altijd in dezelfde richting. Je kunt dus loyaal zijn naar iemand en toch zeggen: ’ik zie wat je belangrijk vindt, maar ik kan het niet honoreren omdat ik daarmee het belang van een ander schaadt –of dat van mezelf’.

Het mooie van de typering van loyaliteit als een behoefte is dat hij lastig te veinzen is. Als je het niet echt voelt zal in je gedrag doorschemeren dat je loyaliteit naar derden of naar jezelf stelselmatig voorrang krijgt, met als gevolg dat het vertrouwen dat de ander in je stelt afneemt.

Een wedervraag als antwoord

Het antwoord op de vraag ‘hoe verdien je vertrouwen’ is dus: ‘door loyaal te zijn’. Degene die voelt dat de ander hem niet (meer) vertrouwt , dient dus bij zichzelf te rade te gaan of hij die loyaliteit (nog) daadwerkelijk voelt. Vervolgens is de vraag of: ‘waarom voelt de ander mijn loyaliteit niet?’, ofwel ‘waar ben ik mijn loyaliteit aan de ander kwijtgeraakt?’ In de reflectie die deze vraag in gang zet, zullen zich je antwoorden ontvouwen om het vertrouwen van de ander (terug) te verdienen

Annemarie Mars, juni 2012


Voor de liefhebber

Hoofdstuk 18 van De functie van frictie gaat over vertrouwen.De functie van frictie

“They were cold… they needed to cuddle”by Armando Maynez is licensed under CC BY 2.0
Lees meer →