Moeten we af van urgentiedenken?

Er zijn in de veranderkunde verschillende ideeën in omloop over het woord urgentie. De ene auteur wijst het aan als een belangrijke beweegreden, de ander wijst het af als iets dat verandering juist in de weg zit.

Ik behoor bij de eerste groep. In Hoe krijg je ze mee? is urgentie de eerste van vijf krachten in verandering. In De functie van frictie wijs ik drie beweegredenen aan: pijn, zorg en verlangen, en schaar ik de eerste twee onder het woord urgentie.

Maar ik ben allerminst blind voor de voorzichtigheid waarmee we het woord urgentie in het gesprek over veranderopgaven moeten gebruiken. We kunnen in dat gesprek ook veel kapot maken(1). Maar ja, dat kunnen we met het gesprek over het wenkende perspectief net zo goed als we ons verliezen in valse hoop en luchtkastelen.

Verandermanagement is een vak, elke interventie vraagt precisie.

Ik wil in dit artikel een poging wagen om de belangrijke maar ook precaire plek van urgentie in de veranderkunde te duiden. Dat doe ik vanuit 30 jaar ervaringskennis, waarin ik in ontelbare gesprekken met veranderaars over de noodzaak, urgentie of pijn in hun veranderopgaven kon waarnemen wanneer dat gesprek beweging gaf en wanneer niet.

Mijn hekje

Die poging begint met een arbitraire keuze, namelijk welk hekje ik rond het woord urgentie zet. Als ik in publicaties het woord tegenkom lijkt het wel alsof elke auteur er iets anders onder verstaat. En dat mag, want zover als ik weet heeft niemand op het woord het patent aangevraagd.

Waar je het hekje plaatst, is nogal bepalend voor de antwoord op de vraag van dit artikel, namelijk of we af moeten van urgentiedenken. Want met het terrein dat je afbakent bepaal je ook welke valkuilen er binnen de omheining liggen. Je kunt je hekjes zo zetten dat het hele terrein uit moeras bestaat dat je zeker zal verzwelgen. Of je kunt een gebied markeren waar weliswaar valkuilen voor je open liggen, maar waar je toch niet uit kan wegblijven als je betekenisvolle progressie wil maken.

Ik kies voor dit artikel een pragmatisch hekje: de omschrijving die in de van Dale staat bij het woord urgentie:

dringende noodzaak.

Urgentie als dreigen

Als we in een gesprek een dringende noodzaak op tafel leggen in de vorm van hard en koud duwen op de ander (‘als we nu niet veranderen raken jullie je baan kwijt’), zijn we geen urgentiebesef aan het stimuleren maar we zijn mensen aan bang aan het maken en met hun rug tegen de muur aan het zetten(2). Als dat al beweging geeft is het richting de afgrond. Als dat urgentiedenken is, moeten we daar inderdaad vanaf.

Urgentie als moeten

In publicaties over verandermanagement zie ik het woord urgentie nogal eens in één zin staan met het woord moeten (3). Alsof een urgente verandering automatisch een opgelegde verandering is.

Dat is niet terecht. Van elke opgelegde verandering zou helder moeten zijn wat de urgentie ervan is, maar niet elke urgente verandering hoeft een opgelegde verandering te zijn. De aanschaf van mijn warmtepomp is voortgekomen uit mijn urgentiegevoel over het klimaat, maar er was niemand die het me verplichtte.

Sterker nog, als de noodzaak van een verandering gedeeld wordt, heb je in veel gevallen geen moeten meer nodig.

Urgentie als tijdsdruk

Het woordje ’dringende’ in de van Dale zegt het al: urgentie impliceert de aanwezigheid van tijdsdruk. Het is die dringendheid die het woord urgentie zo lastig maakt. Want het is een succesfactor, een valkuil en een zwaktebod tegelijk (4).

Het is een succesfactor omdat in de stelling ‘onder druk wordt alles vloeibaar’ wel degelijk een kern van waarheid zit. Grote pijn is automatisch dringend en pijn geeft beweging. Ik moet het woord ‘succes’ hier wel relativeren want die beweging kan ook naar de afgrond leiden. Alleen urgentiegevoel is nooit genoeg.

Het is een valkuil als veranderaars die dringendheid kunstmatig opvoeren. Dat heeft urgentie zijn slechte naam gegeven. Dan maken we van elke veranderopgave een burning platform. We creëren druk die niet gestaafd wordt door de feiten. Ook dat geeft alleen maar ellende.

En het is een zwaktebod omdat het natuurlijk veel beter was geweest als we het probleem dat zo dringend is geworden op tijd hadden zien aankomen. Als we wachten tot problemen urgent worden ren je achter de feiten aan, ben je alleen maar brandjes aan het blussen. Dat is een zekere route naar verandermoeheid.

Maar in een complexe en veranderlijke wereld kunnen we niet elk probleem van tevoren zien aankomen. Er blijven situaties over waarin een situatie werkelijk dringend is zonder dat we dat een veranderaar kunnen verwijten. En waar we ons gewoon tot die dringendheid hebben te verhouden.

Sense of urgency en sense of belonging

‘Het gaat niet om een sense of urgency, maar om een sense of belonging’, las ik ergens. De of-of-relatie die in die zin wordt verondersteld is merkwaardig, want ze het zijn mijns inziens twee zijden van dezelfde medaille (5). Urgency gaat over richting en belongingover de relatie. Beide kunnen niet zonder elkaar bestaan. Juist in een warme relatie zullen mensen openstaan voor elkaars probleembesef. Niets schept zo’n verbondenheid als een gedeelde urgentie. En in een gepolariseerde relatie is een gesprek over een dringende noodzaak zinloos.

Pijn en verlangen

Veranderen uit ambitie, perspectief of verlangen klinkt veel fijner en positiever dan uit urgentie, noodzaak of pijn (6).

Maar de vraag is niet welk soort veranderproces je fijner vind, maar welke beweegredenen je voelt. En een gevoel kies je niet, dat is er. Als jij (ook) een dringende noodzaak voelt, dan moet dat onderwerp van gesprek kunnen zijn. Niet om je gesprekspartner te dreigen, te duwen, te overtuigen of hem een probleem aan te praten. Maar om je gevoel te erkennen, met feiten te onderbouwen en te delen. Zodat jullie samen kunnen onderzoeken waar jouw gevoel resoneert met dat van de ander.

Dus?

Een dringende noodzaak is iets dat een mens van vlees en bloed voelt. Het gesprek om die urgentie te delen vraagt precisie. We betreden een ongemakkelijk terrein met meerdere valkuilen die de verandering in de weg zullen zitten als we erin stappen.

Maar als we het terrein bij voorbaat tot verboden gebied verklaren, zijn we nog verder van huis.

Annemarie Mars, april 2024

(1) Wat zijn zeven tekenen van een onvoldragen urgentie? – Annemarie Mars

(2) Mag je angst zaaien? – Annemarie Mars

(3) Is het moeten of willen? – Annemarie Mars

(4) In hoofdstuk 3 van De functie van frictie maak ik een onderscheid tussen acute pijn en toekomstige pijn (zorg) en verklaar ik het woord urgentie van beide van toepassing.

(5) Hoe bereik je een ‘sense of belonging’? – Annemarie Mars

(6) In hoofdstuk 2 van De functie van frictie behandel ik pijn en verlangen als beweegredenen voor verandering.

Lees meer →

Wat moeten we in verandering met paradigma’s?

“Annemarie, jij en ik denken gewoon vanuit verschillende paradigma’s”

Ik hoor het hem nog zeggen.

Het werd geen bevredigend gesprek. Niet alleen omdat het bleef hangen in filosofische beschouwingen. Maar ook omdat ik me liet imponeren. Als iemand in mijn bijzijn een woord als ‘paradigma’ gebruikt, val ik in katzwijm. Ik geef me over aan een rolverdeling waarin ik klaarblijkelijk in Plato’s grot naar de muur zit te staren, terwijl de ander buiten het licht al heeft gezien.

Ik heb hier veel over nagedacht. En ik kom elke keer op hetzelfde punt uit: dat elk gesprek in elke verandering uiteindelijk naar één vraag toe zou moeten werken.

Wat gaan we doen?

En in wat je kiest te doen zit altijd een werkwoord. Je gaat iemand adviseren, je gaat een probleem aankaarten, onderzoek doen, demonstreren, experimenteren, een appje sturen, uithuilen, de rolverdeling ter discussie stellen, knuffelen, een kader stellen of wachten. Je doet iets om een stap verder te komen of om te berusten dat de situatie is zoals hij is.

Maar paradigma is geen werkwoord. Op Wikipedia staat dat het “een stelsel van modellen en theorieën is dat [..] het denkkader vormt van waaruit de werkelijkheid geanalyseerd en beschreven wordt”.

Die functie van die modellen en theorieën is dat we ze nodig hebben om het werkwoord te vinden dat het beste past bij de complexe werkelijkheid. En naar die complexe werkelijkheid kun je altijd op meerdere manieren kijken. Zo kun je meerdere antwoorden vinden die je naast elkaar kunt leggen om te kiezen wat je doen staat.

Maar het P-woord zelf kunnen we in dat gesprek missen als kiespijn. Ik ben immers niet de enige die zich door dat soort woorden laat imponeren. Imponeren dooft de reflectie. Terwijl we de reflectie van alle gesprekspartners hard nodig hebben om dat best passende werkwoord te vinden.

Dus?

Als ik opnieuw in een gesprek terecht kom waar iemand tegenwerpt dat hij en ik in verschillende paradigma’s zitten, laat ik me niet meer imponeren. Ik zal zeggen: Wat interessant! Wat zegt jouw manier van kijken dan over wat we in deze situatie moeten doen? En wat zegt de mijne? En welk van de twee werkwoorden brengt in deze situatie de meeste progressie?

Wat gaan we doen?

Maar misschien werp je nu wel tegen: Annemarie, met dit blog bewijs je alleen maar dat jij en ik in verschillende paradigma’s zitten.

Schiet mij dan maar lek. Dan doe je tenminste iets.

Met je paradigma.

Annemarie Mars, december 2022

Lees meer →

Waarom ik Johan Remkes een keigoede veranderaar vind

Ademloos heb ik gistermiddag geluisterd naar de persconferentie van Johan Remkes. Nu ben ik geen expert op het gebied van het stikstofdossier, maar wel van verandermanagement. En veranderkundig gezien vind ik het een knap verhaal.

Ik laat je aan de hand van enkele citaten zien hoe zijn verhaal belangrijke veranderkundige aspecten afdekt. Ik gebruik daarvoor het model van de zes schijnwerpers uit mijn boek Vat op verandering.

1. Richting – de schijnwerper op de inhoud
“Het eerlijke verhaal is dat de maatregelen tegen stikstof veel te lang vooruit zijn geschoven en dat op korte termijn ingegrepen moet worden. Anders zal de natuur niet kunnen herstellen en gaat Nederland nog verder op slot” (urgentie).

“De enige manier om van het slot te gaan is natuurherstel, en dat eist onder andere dat op korte termijn er veel minder uitstoot is. Er is geen andere route (…). We moeten die opgave verbreden naar water, bodem, klimaat, dierenwelzijn en gezondheid. In het rapport staan vele aanbevelingen voor een betere aanpak” (ambitie).

2. Reacties – de schijnwerper op de ander
“In de gesprekken ging het ook veel over menselijkheid. Over emoties en ook over woede. Hoewel wetsovertreding en intimidatie altijd afgekeurd moeten worden, ben ik oprecht geschrokken van de wanhoop die in de ogen van redelijke mensen te zien is. Dat daar heftige emoties uit volgen begrijp ik heel goed”.

3. Ruimte – de schijnwerper op de vrijheidsgraden
“De korte termijnaanpak moet in de kern gebaseerd zijn op vrijwilligheid, maar om te kunnen werken is de deadline voor het maken van die keuze noodzakelijk. Dat betekent dat de overheid bij de hopelijk beperkte aantallen agrarische ondernemers die de deadline laten verlopen niet anders kan dan verplichtend instrumentarium in te zetten”.

4. Regie – de schijnwerper op het tijdspad
“In de kern geldt dat vroeg en stevig beginnen voor de natuur veel belangrijker is dan op tijd eindigen. Gebiedsprocessen kosten nu eenmaal veel tijd. Tegelijkertijd is een deadline noodzakelijk voor snel beginnen”.

5. Relatie – de schijnwerper op de verstandhouding
“Tegelijk realiseer ik mij dat de verhoudingen nog steeds buitengewoon broos zijn, het vertrouwen is nog niet hersteld (..)”

6. Reflectie – de schijnwerper op jezelf
“Wat het proces betreft, had ik me eigenlijk een heel ander traject voorgesteld (…). Na de politieke ontwikkelingen in augustus constateerde ik met gemengde gevoelens dat ik steeds meer in politiek en bestuurlijk vaarwater terecht was gekomen. Omdat er inderdaad een integraal verhaal nodig is (..) heb ik vier weken extra de tijd genomen. Zo ben ik tot deze denklijn gekomen.”

Tenslotte
Een solide, eerlijk en samenhangend verhaal is geen garantie dat mensen meegaan. Want er spelen grote belangen en de relaties zijn bekoeld. En toch bevat zijn toespraak alle elementen om het gesprek te vervolgen met de mensen die samen de opgave tot leven kunnen wekken.

Annemarie Mars, 6 oktober 2022


Voor liefhebber

Als je meer wilt weten over de zes schijnwerpers, ga dan naar mijn informatiepagina over verandermanagement.

Lees meer →
Annemarie Mars - wat ie het beste verandermodel

Wat is het beste verandermodel?

Als je eens een paar minuten stuk hebt te slaan, Google dan eens op model verandermanagement.  De veelheid aan vakjes, pijlen en kleuren is overweldigend.

Ook ik heb daaraan mijn steentje bijgedragen, dankbaar voortbouwend op de modellen van anderen. Ik durf dus te zeggen dat ik ervaringsdeskundige ben in het maken, bewerken en gebruiken van verandermodellen.

Ik neem je graag mee in de voorkeuren die ik in de loop der jaren heb ontwikkeld. (meer…)

Lees meer →
Annemarie Mars - Is het enige dat niet verandert dat alles verandert

Is het enige dat niet verandert dat alles verandert?

‘De wereld om ons heen is voortdurend in beweging’ en ‘ontwikkelingen volgen elkaar razendsnel op’ zijn veelgehoorde stellingen in managementland.

Het is niet te ontkennen dat er veel verandert en dat het tempo waarin veranderingen elkaar opvolgen toeneemt. Toch bemerk ik bij mezelf enige scepsis als ik de woorden ‘het enige dat niet verandert is dat alles verandert’ hoor uitspreken. Die scepsis onderzoek ik in het blog van deze maand. (meer…)

Lees meer →

Is verandermanagement passé?

Eén van de weinige zekerheden in dit leven, naast de aanwezigheid van de zwaartekracht, is dat hetgeen vandaag ‘in’ is, morgen weer ‘uit’ is. Het vakgebied verandermanagement staat de laatste jaren dermate in de belangstelling dat de vraag zich voordoet of we ook hier met een modeverschijnsel, een hype, te maken hebben die dus ook weer overgaat.

Voor mij als ‘beroepsveranderaar’ is dat geen onbelangrijke vraag. Voor het eerst in deze reeks heb ik zelf belang bij het antwoord. Dat beseffende waag ik toch een poging. (meer…)

Lees meer →

Hoe beoordeel je of een verandering op de goede weg is?

Een verandering initiëren heeft veel weg van een nieuw bedrijf starten. Je lanceert een idee met als enige zekerheid dat je er op dat moment in gelooft, maar of het gaat lukken is pas zeker als het idee duurzaam de weg naar zijn doelgroep heeft gevonden, en zelfs dan blijft alertheid voortdurend geboden. Tegelijkertijd is de kans op het bereiken van dat punt groter als je op elk moment onderweg kunt beoordelen of je op de goede weg bent. In dit blog geef ik daarvoor enkele handvatten. (meer…)

Lees meer →