Vraag je om advies of om toestemming?

Ik keek gisteravond op Netflix naar The Post.

Meryl Streep speelt Kate, de eigenaar van The Washington Post, die voor het dilemma staat of ze over een schandaal zal publiceren over haar goede vriend, minister van Defensie Robert McNamara.

En ze stuit op een klassiek dilemma over zeggenschap.

Ze wil McNamara om een inbreng vragen, maar ze weet dat die een belang heeft. Een groot belang. Want haar publicatie zal hem de kop kosten.

Wat ze goed doet, is dat ze de verdeling van zeggenschap op tafel legt. Ze vraagt hem alleen om advies, niet om toestemming.

Maar wat ze vergeet is dat het oneigenlijk is om mensen om advies te vragen die een groot belang hebben. Je kunt de kalkoenen niet vragen om je te adviseren wat we eten met kerst.

De rest van het gesprek verloopt voorspelbaar. McNamara neemt de rol van adviseur aan, maar gaat als snel duwen en wordt boos. Hun relatie loopt schade op.

Wat dan wel?

Ik snap wel dat ze het gesprek met hem aangaat voordat ze het besluit neemt. Niet alleen omdat hij haar vriend is, maar omdat dat zuiver is om te doen als je besluit iemand zwaar zal benadelen.

Maar dan hoor je een ander soort inbreng te vragen. Je vraagt geen advies maar geeft inspraak. Inspraak en advies hebben met elkaar gemeen dat jij bepaalt wat je ermee doet. De zeggenschap ligt bij jou. Maar bij een advies vraag je of iemand met je meedenkt, bij inspraak vraag je naar iemands voorkeur.

Bij inspraak is het legitiem om voor de ander om voor zijn belang uit te komen. Sterker nog: daar vraag je expliciet naar. En je weegt het belang mee in je besluit, net als de andere belangen die door je besluit geraakt worden. In Kate’s geval het belang van de burger op vrije nieuwsgaring.

Maar is dat niet vragen naar de bekende weg?

Ja. Want bij een groot belang weet je al wat die voorkeur gaat zijn. En toch moet je het vragen. Want je kunt alleen een echt goede afweging maken als je het belang van de partijen in je krachtenveld uit hun eigen mond hebt gehoord. Met alle emoties en nuances die daarbij horen. Dan weet je niet alleen wat het belang is, je voelt het ook.

Als je tenminste je keuze niet al hebt gemaakt. Dan is inspraak niet meer aan de orde, maar mededelen. Je informeert de ander over het besluit dat je gaat nemen, en dat het besluit de ander zal benadelen. Zodat hij het weet voordat het naar buiten gaat en zodat je kunt erkennen dat het emoties oproept. Dat is niet leuk maar wel zuiver.

Maar Kate wist echt nog niet wat ze ging besluiten. Dan is inspraak wel aan de orde.

Ze had dus beter kunnen zeggen: ik wil je vertellen dat ik een besluit te nemen heb. En ik wil je vragen wat jij belangrijk vindt. Dat vraag ik ook aan de anderen die door mijn besluit geraakt worden.

En dan maak ik een keuze.

Annemarie Mars, oktober 2022

Voor de liefhebber

In De functie van frictie gaat deel 2 over zeggenschap. Dit blog gaat over de spanning tussen het bepalers- en het helpersmodel.

De functie van frictie

Fotocredits: “Backyard Turkey” by chumlee10 is licensed under CC BY-SA 2.0.
Lees meer →

Moeten we af van al die verandercoaches?

Op verjaardagsfeestjes voel ik enige schroom om te zeggen dat ik verandercoach ben. Als mensen me vragen wat ik doe mompel ik iets over adviseren bij veranderprocessen, om het frame te ontwijken dat ik behoor tot een immer groeiend leger van zelfbenoemde helpers die leven van gebakken lucht.

Met dat frame bewijzen we organisatieverandering geen dienst. En mij niet, want ik hou van mijn vak en wil het heel graag nog een tijd blijven doen.

Ik wil dus een ander frame voorstellen.

Dat begint bij het woord ‘veranderaar’. Veranderaars zijn mensen die ruimte, richting, sturing en invulling geven aan veranderprocessen. Het lijkt me evident dat deze rol zoveel mogelijk bij mensen in de organisatie hoort te liggen. Zodat ze aan het stuur staan van de ‘verbouwing’ van hun eigen werk, zodat die verbouwing en ‘de winkel’ geen gescheiden sporen zijn en zodat de expertise die in de winkel aanwezig is wordt verzilverd in de verbouwing. Dat heeft verreweg de voorkeur boven het opentrekken van een blik externen die de verbouwing uit handen neemt en turn-key over de schutting gooit naar de winkel.

Maar elk voordeel heeft zijn nadeel. Waar de winkel en de verbouwing in elkaar opgaan, kunnen de belemmerende patronen van de winkel de verbouwing behoorlijk in de weg zitten. Dan zijn vreemde ogen nodig die veranderaars helpen om die patronen om te buigen.

Dat is de rol van de verandercoach. In mijn publicaties noem ik die rol de ondersteunende rol. Welke naam je hem ook geeft: ik doel ermee op de veranderaar van de veranderaars. In organisaties kunnen we hem in vele verschijningsvormen aan het werk zien: als adviseur van de stuurgroep, als sparringpartner van de programmamanager, als procesbegeleider op de heidag van het MT of als trainer van het transitieteam.

De ondersteunende rol is een vak op zichzelf. De goede verandercoach blijft weg van vaste recepten en ander schijnhouvast. Hij helpt zijn cliënten met het doorgronden van de situatie en het onderzoeken wat hen te doen staat. Hij neemt hun rol in de organisatie niet over, want dan ondermijnt hij hun leiderschap in plaats van het te versterken.

Elk vak vraagt onderhoud. Ook de veranderaar van de veranderaars maakt dus gebruik van veranderaars om hem scherp te houden. Dat de coach zich laat coachen is iets waar we lacherig over kunnen doen, maar het zou pas echt erg zijn als hij het níet zou doen. Dan is het zijn werk om vreemde ogen te zijn voor een ander, maar zelf laat hij geen vreemde ogen toe.

Het is niet lachwekkend dat de hele wereld zich laat coachen, het is noodzakelijk.

Laten we de vakmensen in de ondersteunende rol de belangrijke plek in het palet (terug)geven die hen toekomt. Zodat veranderingen hun belofte kunnen waarmaken en ik me op verjaardagsfeestjes vrij voel om trots te zeggen:

Ik ben verandercoach.

Annemarie Mars, augustus 2022

Lees meer →

Wanneer kun je helpen?

Niets is mooier dan helpen.

Maar soms is het toch beter om niet te helpen. Je kunt er immers ook in doorslaan. Dan help je tegen de klippen op, alleen om achteraf gefrustreerd te verzuchten:

“Ik wilde alleen maar helpen.”

Als jij -net als ik- iemand bent die graag helpt, is het belangrijk om zo goed mogelijk in te schatten of je hulp kans van slagen heeft. Dus heb ik een handig hulpmiddel gemaakt. Het is een beslisboom met zes vragen. Wanneer je de behoefte voelt om te helpen, kun je eruit afleiden of je kunt helpen. En je ziet meteen waarmee je kunt helpen.

Ik help je er graag mee.

Dus?

Je kunt best vaak helpen, als je maar onder ogen ziet in welke rol je gaat helpen. Alleen als de ander (echt) geen probleem voelt, valt er niets te helpen.

Annemarie Mars, december 2020


Voor de liefhebber

Lees ook het blog over het verschil tussen de deskundige en de lotgenoot.

Lees ook het blog over het verschil tussen twee verschillende soorten deskundigen: de expertadviseur en de coach.

Lees De functie van frictie. Daar is helpen één van de vijf zeggenschapsmodellen. Als je niet kunt helpen bieden de vier andere modellen wellicht nog mogelijkheden om de situatie toch ten goede te keren.De functie van frictie

Fotocredits: “Colorful Parrots Couple” by ^riza^ is licensed under CC BY 2.0
Lees meer →

Kan een adviseur tegelijkertijd expert en procesbegeleider zijn?

Als adviseur kun je in organisaties meerdere rollen vervullen. Twee veelvoorkomende rollen de expertadviseur en die van de procesbegeleider. Als je aan adviseurs vraagt welke rollen ze innemen, is het antwoord nogal eens: “ik doe allebei”.

Kan dat wel?

Antwoord geven of vragen stellen

Zowel experts als procesbegeleiders werken met de vragen die hun cliënt aan ze stelt. Maar het verschil is dat de expert de vraag beantwoordt en dat de procesbegeleider de cliënt helpt om zelf zijn antwoord te vinden. De expert is goed in het geven van antwoorden op basis van een door feiten onderbouwde argumentatie, de procesbegeleider is goed in het stellen van vragen die de reflectie van de ander in gang zetten. Logisch dus dat zowel opdrachtgevers als adviseurs op zoek zijn naar the best of both worlds. Maar we moeten ons afvragen of dat ideaal te bereiken is.

The best of both worlds

Bij sommige vragen is meteen zonneklaar welke rol je als adviseur dient in te nemen. Bij de vraag “hoe laat vertrekt de trein naar Zwolle?” heeft de procesbegeleider weinig te zoeken (“Waarom is die vraag belangrijk voor je?”). Maar in de vraag “waarom moet míj dit nu weer overkomen?” moet juist de expertadviseur zich niet willen mengen (“De verklaring voor je situatie ligt in drie factoren…”). Bij de meeste andere vragen wijst het zich minder eenduidig. Die hebben vaak een passende mix nodig van zowel expertise als reflectie.

The worst of both worlds

In de praktijk kunnen beide rollen ook met elkaar botsen. De reflectie waar procesbegeleiding op drijft, kan behoorlijk worden belemmerd als je teveel gaat adviseren over wat jij denkt dat goed is voor de cliënt. Hoe ‘gelijk’ je ook mag denken te hebben, door je expertise overmatig in te brengen geeft je het signaal af dat je het antwoord van de ander overneemt.

Aan de andere kant kan je expertmatige advies behoorlijk verwateren als je teveel meebeweegt met mensen die je antwoord bewust of onbewust proberen te sturen vanuit hun belang. Door het signaal af te geven dat anderen kunnen mee beschikken over het expertadvies van de adviseur, drijft je antwoord steeds verder af van de oorspronkelijk gestelde vraag.

In beide situaties neemt niet alleen je effectiviteit als adviseur af, er treedt ook relatie en reputatieschade op. De cliëntorganisatie raakt in verwarring over wat je nu eigenlijk met ze aan het doen bent.

Ieder zijn vak

We mogen ook niet vergeten dat elke rol een vakgebied op zich is, dat focus en onderhoud vraagt. Elke adviseur zou zich moeten afvragen welke positie hij inneemt op het continuüm tussen expertmatige advisering enerzijds en procesbegeleiding anderzijds, om cliëntvragen die buiten dat continuüm liggen door te kunnen verwijzen.

Dus?

Als adviseur ben je in elke opdracht óf het één óf het ander. Het is de opdrachtgever die bepaalt welke primaire rol hij het meest vindt passen bij zijn vraag. Het is de adviseur die aangeeft of hij degene is die daarvoor het best passende profiel heeft. Vanuit die primaire rol kunnen jullie samen kijken of een expertadvies aan eigenaarschap kan winnen door het aanboren van reflectie of dat een begeleid proces aan kwaliteit kan winnen door het inbrengen van expertise.

Een adviseur zit dus in elke opdracht óf aan de linkerkant van het continuüm, óf aan de rechterkant, maar nooit precies in het midden. Je streeft niet zozeer naar the best of both worlds, maar the best of one world with benefits from the other. Dat klinkt minder lekker, maar het voorkomt veel verwarring.

Annemarie Mars, september 2011


Voor de liefhebber

We noemen de procesbegeleider ook wel de (team)coach of facilitator.

Uiteraard stelt de expertadviseur ook vragen. Maar de primaire functie van die vragen is niet om de reflectie van de ander op te wekken, maar om de adviesvraag en de situatie goed te diagnosticeren, zodat hij tot een zo passend mogelijk antwoord kan komen.

Voor degenen die bekend zijn met mijn model van de vijf veranderstrategieën uit Hoe krijg je ze mee?: de expertadviseur beweegt zich in de ‘weten’ –veranderstrategie en de procesbegeleider/coach/facilitator in de ‘leren en ontdekken’-veranderstrategie. Adviseurs die zich in de adviserende rollen van de andere veranderstrategieën bewegen, alsmede projectleiders die (ook) de coördinerende rol vervullen, en adviseurs die vooral als ‘handjes’ fungeren, blijven in dit blog buiten beschouwing.

Ik hanteer in dit blog de term opdrachtgever als degene die de vraag aan de adviseur stelt en hem in de organisatie legitimeert, en de cliënt(organisatie) als de verzameling betrokkenen (met inbegrip van de opdrachtgever) waarop de advisering/begeleiding gericht is. ‘De cliëntorganisatie’ kan een individu, een team, een afdeling, een organisatie of een keten of netwerk van organisaties zijn.

Adviseurs die werken in situaties waarin geen (heldere) adviesvraag is gesteld, verwijs ik naar mijn blog Wanneer is ongevraagd adviseren geoorloofd?

In De functie van frictie behandel ik de valkuilen van zowel de adviseur als de procesbegeleider in hoofdstuk 12 (over helpen)De functie van frictie

Fotocredits: “Two birds” by Diego Cambiaso is licensed under CC BY-SA 2.0
Lees meer →

Wanneer is ongevraagd adviseren geoorloofd?

We adviseren elkaar wat af in organisaties. Voor interne en externe adviseurs is adviseren dagelijkse kost, maar ook managers kunnen adviseren (‘raad geven’) inzetten als manier van beïnvloeding.

Zonder iemand die een vraag stelt valt er weinig te adviseren, zou je zeggen. Toch adviseren we vaak genoeg als de vraag niet helder is en soms zelfs als er helemaal geen vraag is gesteld. Onder welke voorwaarden is dat geoorloofd en wanneer kan het waardevol zijn? Die vraag verken ik in dit blog.

Adviseren bij een onheldere adviesvraag

De stelling ‘onder elke adviesvraag zit het echte probleem verborgen’ is onder beroepsadviseurs gemeengoed. Het is een interessante stelling. In de eerste plaats omdat ik hem herken in mijn eigen adviespraktijk. Het is de kunst voor iedere adviseur om met de ander opbouwend in gesprek te gaan over zijn vraag. Niet zelden leidt dat gesprek tot een aangescherpte vraag en dus tot een meer trefzeker advies. Het is zelfs mogelijk dat de aanscherping van de vraag al genoeg voor de ander is om zelf verder te kunnen.

De stelling is ook interessant omdat hij ook een valkuil is. Dan slaat hij door naar vooringenomenheid: ‘mensen die een advies willen, weten per definitie niet wat ze vragen’. Dan luister en kijk je minder goed. Je vooringenomenheid benevelt niet alleen de zintuigen, het tast ook je loyaliteit aan. Je bent niet meer bezig met de ander maar met jezelf, of beter gezegd met wat jij vindt dat de echte vraag van de ander zou moeten zijn.

Het is juist die loyaliteit, de intrinsieke behoefte om dienend te zijn aan wat voor de ander belangrijk is, die de adviseur ertoe aanzet om het gesprek over de adviesvraag aan te gaan. Niet omdat je de ander bij voorbaat op andere gedachten wil brengen, maar omdat je precies wilt begrijpen wat de ander vraagt. En dus hou je ook rekening met de mogelijkheid dat deze adviesvrager wel precies weet wat hij vraagt. Deze loyaal-nieuwsgierige houding is het beste recept tegen zendingsdrang, belerendheid, product-pushing en stokpaardberijding.

Adviseren zonder adviesvraag

Onder adviseurs (maar ook onder vrienden, familieleden en levenspartners) kan de overtuiging leven dat het hen vrij staat om op elk moment van de dag de ander ongevraagd bloot te stellen aan wat zij denken dat voor hem nastrevenswaardig zou zijn (‘weet je wat jíj zou moeten doen…’), alsof we elke gelegenheid om de eigen deskundigheid aan te reiken moeten aangrijpen. Deze overtuiging heeft in vele zakelijke en persoonlijke relaties al behoorlijk wat onheil aangericht. Ongevraagd adviseren lijkt namelijk een vrijblijvende aangelegenheid (‘zie maar wat je ermee doet’), maar er zitten toch nogal wat haken en ogen aan.

Ongevraagd adviseren ligt ten eerste relationeel lastig, omdat de boodschap ‘je bent een sukkel dat je dat zelf niet ziet’ onder de oppervlakte voelbaar is. Veel mensen zijn daar uitermate gevoelig voor. Een goede gesprekstechniek kan veel ondervangen, maar bij het vijfde ongevraagde advies zal de ander toch het gevoel bekruipen dat hij blijkbaar wordt ingeschat als iemand die nogal wat zaken over het hoofd ziet.

Een volgende valkuil doet zich voor als je ongevraagd gaat adviseren in lopende (advies)trajecten. Als de ander je advies overneemt zal het traject ongemerkt uitdijen. Dit heeft vooral waarde voor je ureninzet, maar de beheersbaarheid van het traject vermindert evenredig.

Tenslotte overschatten we stelselmatig de ontvankelijkheid van de ander voor ons ongevraagde advies. Mensen kunnen nu eenmaal behoorlijk eigenwijs zijn. Als ze dat gewoon zouden zeggen was er niets aan de hand, maar in de praktijk brengen ze afwijzende signalen, omwille van de beleefdheid, nogal eens omfloerst (‘interessant zeg, ik zal erover nadenken’). Als je dat niet opmerkt en volhardt in je beïnvloedingspogingen, zal je al snel het ‘daar heb je hem weer’-stempel opgedrukt krijgen. Dat imago zal je ook in je gevraagde advisering dwarszitten.

De juiste snaar

Dit wil niet zeggen dat ongevraagd adviseren verboden terrein is. Een goed advies, dat op het goede moment bij de juiste persoon onder de aandacht wordt gebracht, kan wonderbaarlijk uitwerken, soms zelfs pas jaren na dato. Veel waardevolle veranderingen zijn gestart met een ongevraagd advies dat net de juiste snaar raakte. Als je selectief bent op de urgentie van je advies voor de ander en als je weet wanneer je je pogingen moet staken als de ander zich niet ontvankelijk toont, kun je je deskundigheid met maximale effectiviteit inzetten voor de organisatie waarvoor je werkt.

Annemarie Mars, september 2011


Voor de liefhebber

Hoofdstuk 12 van De functie van frictie‘ gaat onder andere over ongevraagd adviseren.

De functie van frictie

Fotocredits: “Two pelicans have their eye on me-1=” by Sheba Also 18 Million Views is licensed under CC BY-SA 2.0
Lees meer →