Als adviseur kun je in organisaties meerdere rollen vervullen. Twee veelvoorkomende rollen de expertadviseur en die van de procesbegeleider. Als je aan adviseurs vraagt welke rollen ze innemen, is het antwoord nogal eens: “ik doe allebei”.
Kan dat wel?
Antwoord geven of vragen stellen
Zowel experts als procesbegeleiders werken met de vragen die hun cliënt aan ze stelt. Maar het verschil is dat de expert de vraag beantwoordt en dat de procesbegeleider de cliënt helpt om zelf zijn antwoord te vinden. De expert is goed in het geven van antwoorden op basis van een door feiten onderbouwde argumentatie, de procesbegeleider is goed in het stellen van vragen die de reflectie van de ander in gang zetten. Logisch dus dat zowel opdrachtgevers als adviseurs op zoek zijn naar the best of both worlds. Maar we moeten ons afvragen of dat ideaal te bereiken is.
The best of both worlds
Bij sommige vragen is meteen zonneklaar welke rol je als adviseur dient in te nemen. Bij de vraag “hoe laat vertrekt de trein naar Zwolle?” heeft de procesbegeleider weinig te zoeken (“Waarom is die vraag belangrijk voor je?”). Maar in de vraag “waarom moet míj dit nu weer overkomen?” moet juist de expertadviseur zich niet willen mengen (“De verklaring voor je situatie ligt in drie factoren…”). Bij de meeste andere vragen wijst het zich minder eenduidig. Die hebben vaak een passende mix nodig van zowel expertise als reflectie.
The worst of both worlds
In de praktijk kunnen beide rollen ook met elkaar botsen. De reflectie waar procesbegeleiding op drijft, kan behoorlijk worden belemmerd als je teveel gaat adviseren over wat jij denkt dat goed is voor de cliënt. Hoe ‘gelijk’ je ook mag denken te hebben, door je expertise overmatig in te brengen geeft je het signaal af dat je het antwoord van de ander overneemt.
Aan de andere kant kan je expertmatige advies behoorlijk verwateren als je teveel meebeweegt met mensen die je antwoord bewust of onbewust proberen te sturen vanuit hun belang. Door het signaal af te geven dat anderen kunnen mee beschikken over het expertadvies van de adviseur, drijft je antwoord steeds verder af van de oorspronkelijk gestelde vraag.
In beide situaties neemt niet alleen je effectiviteit als adviseur af, er treedt ook relatie en reputatieschade op. De cliëntorganisatie raakt in verwarring over wat je nu eigenlijk met ze aan het doen bent.
Ieder zijn vak
We mogen ook niet vergeten dat elke rol een vakgebied op zich is, dat focus en onderhoud vraagt. Elke adviseur zou zich moeten afvragen welke positie hij inneemt op het continuüm tussen expertmatige advisering enerzijds en procesbegeleiding anderzijds, om cliëntvragen die buiten dat continuüm liggen door te kunnen verwijzen.
Dus?
Als adviseur ben je in elke opdracht óf het één óf het ander. Het is de opdrachtgever die bepaalt welke primaire rol hij het meest vindt passen bij zijn vraag. Het is de adviseur die aangeeft of hij degene is die daarvoor het best passende profiel heeft. Vanuit die primaire rol kunnen jullie samen kijken of een expertadvies aan eigenaarschap kan winnen door het aanboren van reflectie of dat een begeleid proces aan kwaliteit kan winnen door het inbrengen van expertise.
Een adviseur zit dus in elke opdracht óf aan de linkerkant van het continuüm, óf aan de rechterkant, maar nooit precies in het midden. Je streeft niet zozeer naar the best of both worlds, maar the best of one world with benefits from the other. Dat klinkt minder lekker, maar het voorkomt veel verwarring.
Annemarie Mars, september 2011
Voor de liefhebber
We noemen de procesbegeleider ook wel de (team)coach of facilitator.
Uiteraard stelt de expertadviseur ook vragen. Maar de primaire functie van die vragen is niet om de reflectie van de ander op te wekken, maar om de adviesvraag en de situatie goed te diagnosticeren, zodat hij tot een zo passend mogelijk antwoord kan komen.
Voor degenen die bekend zijn met mijn model van de vijf veranderstrategieën uit Hoe krijg je ze mee?: de expertadviseur beweegt zich in de ‘weten’ –veranderstrategie en de procesbegeleider/coach/facilitator in de ‘leren en ontdekken’-veranderstrategie. Adviseurs die zich in de adviserende rollen van de andere veranderstrategieën bewegen, alsmede projectleiders die (ook) de coördinerende rol vervullen, en adviseurs die vooral als ‘handjes’ fungeren, blijven in dit blog buiten beschouwing.
Ik hanteer in dit blog de term opdrachtgever als degene die de vraag aan de adviseur stelt en hem in de organisatie legitimeert, en de cliënt(organisatie) als de verzameling betrokkenen (met inbegrip van de opdrachtgever) waarop de advisering/begeleiding gericht is. ‘De cliëntorganisatie’ kan een individu, een team, een afdeling, een organisatie of een keten of netwerk van organisaties zijn.
Adviseurs die werken in situaties waarin geen (heldere) adviesvraag is gesteld, verwijs ik naar mijn blog Wanneer is ongevraagd adviseren geoorloofd?
In De functie van frictie behandel ik de valkuilen van zowel de adviseur als de procesbegeleider in hoofdstuk 12 (over helpen)
Lees meer →
Maar wat ze vergeet is dat het oneigenlijk is om mensen om advies te vragen die een groot belang hebben. Je kunt de kalkoenen niet vragen om je te adviseren wat we eten met kerst.
De rest van het gesprek verloopt voorspelbaar. McNamara neemt de rol van adviseur aan, maar gaat als snel duwen en wordt boos. Hun relatie loopt schade op.
Wat dan wel?
Ik snap wel dat ze het gesprek met hem aangaat voordat ze het besluit neemt. Niet alleen omdat hij haar vriend is, maar omdat dat zuiver is om te doen als je besluit iemand zwaar zal benadelen.
Maar dan hoor je een ander soort inbreng te vragen. Je vraagt geen advies maar geeft inspraak. Inspraak en advies hebben met elkaar gemeen dat jij bepaalt wat je ermee doet. De zeggenschap ligt bij jou. Maar bij een advies vraag je of iemand met je meedenkt, bij inspraak vraag je naar iemands voorkeur.
Bij inspraak is het legitiem om voor de ander om voor zijn belang uit te komen. Sterker nog: daar vraag je expliciet naar. En je weegt het belang mee in je besluit, net als de andere belangen die door je besluit geraakt worden. In Kate’s geval het belang van de burger op vrije nieuwsgaring.
Maar is dat niet vragen naar de bekende weg?
Ja. Want bij een groot belang weet je al wat die voorkeur gaat zijn. En toch moet je het vragen. Want je kunt alleen een echt goede afweging maken als je het belang van de partijen in je krachtenveld uit hun eigen mond hebt gehoord. Met alle emoties en nuances die daarbij horen. Dan weet je niet alleen wat het belang is, je voelt het ook.
Als je tenminste je keuze niet al hebt gemaakt. Dan is inspraak niet meer aan de orde, maar mededelen. Je informeert de ander over het besluit dat je gaat nemen, en dat het besluit de ander zal benadelen. Zodat hij het weet voordat het naar buiten gaat en zodat je kunt erkennen dat het emoties oproept. Dat is niet leuk maar wel zuiver.
Maar Kate wist echt nog niet wat ze ging besluiten. Dan is inspraak wel aan de orde.
Ze had dus beter kunnen zeggen: ik wil je vertellen dat ik een besluit te nemen heb. En ik wil je vragen wat jij belangrijk vindt. Dat vraag ik ook aan de anderen die door mijn besluit geraakt worden.
En dan maak ik een keuze.