Is het weerstand tegen de verandering of tegen jou?

Weerstand is een fascinerend verschijnsel.

Alleen al de vraag of je het woord weerstand wel mag gebruiken houdt de gemoederen bezig. Alsof dat alleen al bewijst dat het aan jou ligt.

Ik doe daar niet aan mee. Het woord weerstand staat gewoon in de Van Dale. Daar omschrijven ze het als tegenstand en verzet. Als we een fatwa over het woord uitspreken kunnen we het ‘monster’ ook niet in de bek kijken.

En dat is nodig, want de ene weerstand is de andere niet.

Een vraag die we ons moeten stellen is of de ander zich verzet tegen de verandering of tegen jou. Die twee zijn in de hitte van gesprek lastig uit elkaar te trekken. En toch is dat belangrijk als we trefzeker willen handelen.

Er zijn drie categorieën:

Weerstand tegen de verandering maar niet tegen jou

Hier maakt de verandering die jij uitdraagt bij de ander gevoelens los van frustratie, angst, verdriet, onmacht of onzekerheid. Maar geen boosheid naar jou. Jullie relatie lijdt er niet onder. Het gesprek is indringend maar niet polariserend.

Weerstand tegen de verandering én tegen jou

Hier maakt de verandering die jij uitdraagt ook boosheid los naar jou als boodschapper of beslisser. In die boosheid uit de ander zijn verzet afbrekend. Hij verwijt je de situatie en speelt op de persoon.

Dat stelt je op de proef om niet ook boos te worden en het gevecht aan te gaan. Maar dat helpt nooit. Je komt er niet achter wat er echt aan de hand is. Je verliest de verandering, de relatie en je waardigheid.

Je hebt een tweetrapsraket nodig om met deze situatie om te gaan. Eerst dien je de emotie te erkennen die de verandering bij de ander losmaakt. Vaak is dat genoeg om het gesprek te de-escaleren. Als de ander zijn aanval op jou toch voortzet, is de tweede trede om het gedrag van de ander te begrenzen. Niet om de ander zich slecht te laten voelen, maar om jouw condities neer te leggen waaronder je gesprek over de verandering kunt en wilt vervolgen.

Weerstand tegen jou

Hier is de verandering die jij uitdraagt voor de ander een aanleiding om een ander type gevecht aan te gaan: het vereffenen van een relationele rekening. Op social media is deze categorie gemeengoed.

De behoefte van de ander is niet om de verandering tegen te houden, maar om jou je slecht te laten voelen. Het gevecht draait om het bekrachtigen van superioriteit. Op deze apenrots heeft het geen enkele zin om het gesprek over de inhoud te voeren.  Je hebt drie opties: het gesprek aangaan over de relatie, het gesprek beëindigen of het gedrag begrenzen.

Wat is wijsheid?

Het zou helpen als we deze voor derde categorie niet het woord weerstand gebruiken. Want het is geen tegenstand en verzet, het is agressie. Dan kunnen we het woord weerstand afbakenen tot een reactie op verandering. Ook als die reactie boos is naar jou.

En dan kan het devies bij het omgaan met weerstand blijven: je hebt het gevoel van de ander eerst te erkennen.

Annemarie Mars, september 2023


Voor de liefhebber

Omgaan met weerstand is een belangrijk onderdeel van mijn Online training Hoe krijg je ze mee?

In de eerste module beschrijf ik als één van de reacties op verandering. In de modules daarna geef ik je verschillende vormen van houvast om met die reacties om te gaan.

Je leert een heldere taal en praktisch houvast om in elke situatie in je veranderopgave snel tot de essentie van je vraagstuk te komen, zodat je weet wat je te doen staat.

Klik hier voor meer informatie

Fotocredits: “Myna Birds in an Angry Discussion” by sonstroem is licensed under CC BY 2.0.
Lees meer →

Is negativiteit slecht?

Het lijkt een nobrainer.

Positiviteit is goed en negativiteit is slecht. Zo staat het ook in de Van Dale.

Maar in veranderprocessen ligt het iets ingewikkelder. Daar is negativiteit niet alleen maar slecht. Het is belangrijk dat we een onderscheid maken tussen functionele en disfunctionele negativiteit.

Ik geef je drie voorbeelden van functionele negativiteit.

Problemen

Het eerste voorbeeld is het gesprek over problemen. Over wat er misgaat, waar je last van hebt, waar je je zorgen over maakt. Over knelpunten, risico’s, doemscenario’s en crises. Want als het probleem niet helder is, is elke maatregel, doelstelling, ontwikkelrichting of visie een schot hagel. En als er geen gedeeld gevoel van urgentie is, zal de beweging stilvallen.

Weerstand

Het tweede voorbeeld is weerstand. Een verandering is nooit goed of slecht in zichzelf, dat wordt hij in de ogen van een mens die erdoor geraakt wordt. Wat de ene persoon ziet als vooruitgang, voelt voor de ander als achteruitgang. Bij weerstand schuren beide waardeoordelen langs elkaar. Door die frictie kan ruimte komen voor een nieuwe realiteit. Als je het negeert, uit de weg gaat of afwijst blijft verandering uit.

Boosheid

Het derde voorbeeld is boosheid. Boosheid is een krachtige aanleiding voor verandering. Je gevoel vertelt je dat er iets niet in de haak is, dat belangen worden doorkruist, dat er grenzen worden overschreden. Die boosheid is functioneel als het je helpt erachter te komen wat je dwars zit, wat er bij de ander aan de hand is en wat jou te doen staat om de situatie te keren.

Boosheid wordt disfunctionele negativiteit als je het gesprek ermee ingaat zonder de bereidheid het te onderzoeken. Als je boos bent is je behoefte niet meer om de situatie te keren maar om de ander terecht te wijzen en hem zich slecht te laten voelen. Die negativiteit kent vele variaties: klagen, passieve en actieve agressiviteit, uitsluiting, ontevredenheid en superioriteit.

De ring

Zodra de ander je verwijt naar hem voelt, is het wederzijds. Dan ligt de ring open. De winnaar van het gevecht is degene die de ander het hardst weet te raken. Maar het gesprek in de ring kent alleen maar verliezers, want je verliest de relatie, je verliest de verandering en je verliest je waardigheid.

Dus?

Functionele negativiteit is onmisbaar in het gesprek over verandering. Hoe beter we de scheidslijn kunnen trekken tussen functionele en disfunctionele negativiteit, hoe beter het lukt om uit de ring te blijven.

Annemarie Mars, november 2022


De functie van frictieVoor de liefhebber:

Over problemen: lees hier over het scherp verwoorden van de urgentie: https://www.forachange.nl/2022/04/wat-zijn-zeven-tekenen-van-een-onvoldragen-urgentie/

Over weerstand: lees hier over hoe je ermee omgaat: https://www.forachange.nl/2022/09/kun-je-weerstand-overwinnen/

Over boosheid: lees hier over boosheid als verdienmodel: https://www.forachange.nl/2021/09/hoe-ontsnappen-we-aan-boosheid-als-verdienmodel/

In de functie van frictie gaan hoofdstuk 3 en 4 over urgentie (pijn en zorg), hoofdstuk 16 gaat over weerstand en hoofdstuk 18 over boosheid.

Fotocredits: “That’s one angry bird.” by Beegee49 is licensed under CC BY-ND 2.0.
Lees meer →

Met welke vier woorden kun je als leider overeind blijven in turbulente tijden?

We zitten in woelige wateren: er spelen immense vraagstukken, met pijnlijke keuzes, tegengestelde belangen, polariserende relaties en onvoorspelbare wendingen. Het einde is niet in zicht.

Als je in zo’n situatie een rol als leider op je neemt, weet je één ding zeker: je wordt op de proef gesteld. Je maakt keuzes zonder tijd voor een gedegen diagnose. Je krijgt tegenwind, mensen trekken aan je en vinden wat van je. Soms maak je twee stappen vooruit en één achteruit – of zelfs andersom. Je voelt je gestrest, opgejaagd en onrustig. Grote kans dat je op enig moment van je sokkel geslagen wordt.

Hoe kun je toch overeind blijven?

Het antwoord op die vraag ligt in vier simpele woorden, die je naar jezelf uitspreekt op de momenten die je op de proef stellen:

‘Het is al goed.’

Die zag je vast niet aankomen. Want zolang er problemen zijn, kun je toch niet zeggen dat het al goed is? Dan moet het beter! Het is juist de tegenovergestelde zin die als een irritante bromvlieg om onze hoofden cirkelt:

‘Het is nooit goed.’

Die zin is deel van het probleem. Het knagende gevoel dat het nooit goed is, wat we ook doen, is misschien wel de grootste bron van onrust. Het put ons uit, maakt moedeloos en ondermijnt ons zelfvertrouwen.

Dan lijden we onder de energie van ontevredenheid.

Met de zin ‘het is al goed’ bedoel ik niet dat je de problemen moet wegwuiven. Dat geeft weliswaar minder stress, maar je krijgt de rust van de ontkenning. Wat ik wel bedoel, is dit:

‘Het is al goed, want alles wat ik nodig heb om me tot de situatie te verhouden is er al. De ander is er, ik ben er, en wat we samen hebben opgebouwd is er. Van daaruit kunnen we gaan zoeken naar wat wijsheid is.’

Dan putten we uit de energie van dankbaarheid.

Het mooie van de zin ‘het is al goed’ is dat je hem op twee manieren praktisch kunt maken:

  1. Je begint elk gesprek met het aanboren van een gevoel van dankbaarheid. Ook als je in gesprek gaat met mensen die je op de proef stellen. Je concentreert je op de gedachte dat alles wat je nodig hebt om je tot de situatie te verhouden er al is.
  2. Je maakt in elk gesprek tijd om te markeren wat er al is bereikt. We zijn geneigd om alle tijd te besteden aan vooruitkijken, maar juist terugkijken geeft zicht op jullie verandervermogen. Als kompas voor volgende stappen én als voeding voor het zelfvertrouwen dat nodig is om voor die stappen te gaan staan.

Zo benut je dankbaarheid als tegenkracht tegen ontevredenheid. Je zal nog steeds op de proef worden gesteld. De tijden worden er niet minder turbulent van. Maar de kans dat je als leider overeind blijft is een stuk groter.

Annemarie Mars, december 2021


Voor de liefhebber

Het zinnetje ‘Het is al goed’ is het onderwerp van hoofdstuk 1 van De functie van frictie, genaamd ‘Tel je zegeningen’. Daarin wijs ik dankbaarheid aan als bron van functionele rust.

Fotocredits: “Penguins” by Brett Jordan is licensed with CC-BY-2.0
Lees meer →
Annemarie Mars - Hoe kun je urgentiegevoel stimuleren zonder mensen bang te maken

Mag je angst zaaien?

Natuurlijk niet.

Duh.

Maar soms lijkt het wel alsof we doorslaan naar het andere uiterste. Dat we onze angsten niet mogen delen, omdat ze wel eens zouden kunnen overslaan.

Dat kan nooit de bedoeling zijn.

Waarom niet?

Angst is een gevoel, en het gevoel is de motor van verandering. In mijn boek De functie van frictie wijs ik drie soorten gevoelens aan die mensen tot beweging kunnen aanzetten: pijn, zorg en verlangen.

Zorg, of angst, is het lijden dat je vreest.

Dat klinkt wel erg negatief. Moeten we niet juist het verlangen willen aanboren?

Nee.

Een gevoel kies je niet. Het is wat het is. Het gaat erom dat je inzicht krijgt in je eigen unieke combinatie van pijn, zorg en verlangen. En in die van de ander.

Het gevoel moet dus onderwerp zijn van gesprek. Ook een gevoel van zorg. Alleen door het te delen kun je er achter komen of het resoneert met het gevoel van de ander. Dan kun je samen bewegen.

Maar angst is toch een slechte raadgever?

Zeker.

Elk gevoel, ook angst, is een slechte raadgever, net zoals de slager een slechte bakker is. Raad geven is niet de core business van het gevoel, maar van het verstand.

Dat verstand hebben we nodig om samen te onderzoeken wat wijsheid is. Om te analyseren wat de oorzaken zijn van het probleem waar we ons zorgen over maken. Om in te schatten hoe groot de schade is wanneer het zich zal voordoen. En om te bedenken welke oplossingen kansrijk zijn om het tij te keren.

Het gevoel is de beweegreden, het verstand is de raadgever.

Waar ligt dan de grens naar angst zaaien?

Als je weet dat mensen in beweging komen door pijn, zorg en verlangen, kun je die kennis ook misbruiken. Je kunt moord en brand schreeuwen om hun pijn los te maken, je kunt gouden bergen beloven om hun verlangen te raken en je kunt angst zaaien door hun zorg te activeren.

Dan ben je niet bezig je eigen gevoel te delen, maar je bent het gevoel van de ander aan het bespelen. Daar is een mooi woord voor: stemmingmakerij. Dat zegt precies wat het is: je maakt de stemming. Je intervenieert in het gevoel van de ander.

De ethiek van samen veranderen is dat je het gevoel van de ander laat bij de ander. Dan weet hij zich veilig om zijn gevoel op tafel te leggen en kan hij openstaan voor dat van jou.

Dus?

Angst is een gevoel dat we maar beter serieus kunnen nemen. Als we het voelen, moeten we het op tafel kunnen leggen. Zonder het gevoel van de ander te bespelen en met het verstand als raadgever ook aan het stuur.

Annemarie Mars, oktober 2021

Foto credits: “Western Screech Owl” by Forest Service Pacific Northwest Region is marked with CC PDM 1.0

Voor de liefhebber

Hoofdstuk 3 van De functie van frictie gaat over pijn en verlangen, en hoofdstuk 4 over zorg. In hoofdstuk 5 krijgt het verstand de microfoon om te onderzoeken wat wijsheid is.

De functie van frictie

Lees meer →

Wanneer mag je een tweedeling aanbrengen?

Het woord tweedeling is op het moment nogal een dingetje.

Dat is raar. Alsof een tweedeling automatisch een probleem is. Dat hangt er vanaf wat we er precies mee bedoelen. Ik geef je drie opties.

Een tweedeling tussen groepen mensen

Tweedelingen horen bij het maken van beleid, als we ermee bedoelen dat we een onderscheid maken tussen groepen mensen met verschillende kenmerken. Zoals:

Tussen particuliere huizenkopers en vastgoedbeleggers

Tussen vrouwelijke en mannelijke sollicitanten

Tussen nieuwe klanten en bestaande klanten

Een tweedeling tussen benadeelden en begunstigden

Dat onderscheid heeft een functie. Het maakt het mogelijk om tussen die groepen belangen te herverdelen. Dan geeft beleid een tweedeling tussen begunstigden en benadeelden:

Het woningbeleid werpt drempels op voor vastgoedbeleggers, zodat particuliere huizenkopers betere kansen hebben

Het wervingsbeleid geeft bij gelijke geschiktheid vrouwelijke sollicitanten de voorkeur boven mannelijke

Het marketingbeleid stopt het geven van kortingen aan nieuwe klanten en beloont de loyaliteit van bestaande klanten

Belangen herverdelen is geen kleine interventie. Je doet het alleen bij urgente problemen. Het zal weerstand oproepen bij degenen die de prijs betalen. Dat is lastig, maar niet bij voorbaat disfunctioneel. Het is inherent aan het besturen van complexe sociale structuren waarin mensen verschillende dingen willen en niet elk probleem met een win-winsituatie op te lossen is.

Een tweedeling tussen good guys en bad guys

Een tweedeling wordt wél een probleem als beleidsmakers de ene groep met andere ogen bekijken dan de andere. Als er naar de benadeelden een wijzend vingertje sluipt. We merken het aan de afgemeten toon. We horen het in woorden als tuig, graaiers, wappies of boomers.

Dat onderscheid tussen good guys en bad guys geeft alleen maar disfunctionele frictie.

Het eerste kind van de rekening is de relatie tussen de beleidsmakers en de benadeelden. Bovenop de weerstand tegen de maatregel, komt het verzet tegen het verwijtende frame dat met de maatregel meekomt. De benadeelden nemen afstand waardoor ook de acceptatie van al het andere beleid afneemt.

De tweede relatie die averij oploopt is die tussen de begunstigden en de benadeelden. Die hebben niets meer voor elkaar over. De benadeelden zullen zich in alle mogelijke bochten wringen om het beleid te ontwijken. Want waarom zou je een prijs willen betalen voor iemand die je ziet als je tegenstander?

Dus?

Het vraagt sterk leiderschap om belangen te herverdelen als daar een urgente aanleiding voor is. Dat is al lastig genoeg als het weerstand oproept bij degenen die daarvoor een prijs betalen. Het wijzende vingertje kunnen we missen als kiespijn.

Annemarie Mars, september 2021


Voor de liefhebber

Ook het blog Wanneer is veranderen politiek? gaat over de rol van politici (én managers) als herverdeler van belangen.

In hoofdstuk 10 van De functie van frictie verken ik wat er bij komt kijken als de situatie van je vraagt om belangen te herverdelen.

De functie van frictie

Fotocredits: “Bluebird Dad & Fledglings” by OakleyOriginals is licensed under CC BY 2.0
Lees meer →

Hoe ontsnappen we aan boosheid als verdienmodel?

‘Kabinet moet kritische kamer evacuatie uit Afghanistan uitleggen’

Het is de eerste kop in mijn nieuwsfeed vanmorgen. Een gevoel van moedeloosheid overvalt me.

Daar gaan we weer.

Hetzelfde theater met het ene boze kamerlid na het andere die op hoge toon de kaart van de morele verontwaardiging speelt en genoegdoening eist voor het onrecht dat is aangedaan. De meest vileine uithalen en spitsvondige oneliners halen het journaal.

Wat is er aan de hand?

Boosheid is een verdienmodel geworden. Want het werkt. In de politiek en in de (sociale) media levert boosheid instant aandacht op. We vreten het als warme broodjes, omdat we ons graag laven aan andermans emoties. Het leidt af van onze eigen diepere gevoelens van angst, miskenning, verdriet, onmacht en onzekerheid. We zoeken de verdoving in het theater waarin anderen elkaar afvallen en aanvallen. En ik moet toegeven dat ik daar zelf ook ambivalent over ben. Ik vertoef graag in de comment-sectie van een willekeurige facebook-post over vaccinaties of zwarte piet om te smullen van de verwijten die mensen over elkaar uitstorten. En het ‘functie elders’-kamerdebat heb ik ademloos gevolgd.

De frictie die politici met hun boosheid oproepen is op de korte termijn functioneel, want ze krijgen wat ze willen: media-aandacht en zetels. Maar op de lange termijn is het disfunctioneel. Want alleen op basis van boosheid kunnen we als samenleving niet veranderen. Althans, het kan wel, maar de verandering zal een verslechtering zijn. Als je boos bent, verzin je ‘dat-zal-ze-leren-oplossingen’. We hebben van de toeslagenaffaire kunnen leren hoe desastreus die uitwerken. Iemand die boos is ziet niet meer wat er echt aan de hand is. Het hoofd staat uit. Als die boosheid ook in het gesprek doorklinkt, versta je elkaar niet meer. Je intentie om de situatie te verbeteren maakt plaats voor de aandrang om de ander zich slecht te laten voelen.

Het verdienmodel houdt zichzelf in stand als politici denken dat kiezers boos zijn en vooral genoegdoening willen. Maar kiezers willen ook verbetering, progressie en waardigheid, alleen die posts verdwijnen onderin de feed. Kiezers laven zich aan polarisatie én ze verafschuwen het. Ze maken het politici niet makkelijk met de ambivalente signalen die ze afgeven met hun kijk-, lees-, stem- en klikgedrag. Maar politici representeren kiezers niet als ze zich alleen laten leiden door de boze kant van de medaille.

Hoe kunnen we het patroon doorbreken?

Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen boosheid als emotie en als strategie. Tegen boosheid als strategie is weinig kruid gewassen want het verdienmodel is te sterk. Degene die als strategie boos is, is meestal niet uit op verandering maar op aandacht. De wijsheid moet dus komen van mensen die emotioneel geraakt worden door mensen die boosheid als strategie gebruiken. Van mensen die werkelijk boos zijn.

Want er zijn er twee nodig om het gevecht aan te gaan.

Het heeft weinig zin om tegen die mensen te zeggen dat ze ‘gewoon’ niet boos moeten zijn. Dat ze erboven moeten staan. Want boosheid is een gevoel en een gevoel kies je niet. Als je boos bent, heeft je boosheid je iets te vertellen over diepere gevoelens van angst, miskenning, verdriet, onmacht en onzekerheid.

De sleutel uit de impasse ligt dus bij iedereen die voelt dat hij boos wordt; in de bereidheid de eigen boosheid te onderzoeken op de pijn die eronder ligt. Alleen dan kun je de behoefte om de situatie ten goede te keren terugvinden, en er achter komen of, hoe en met wie je het gesprek kunt hervatten. Zodat verandering mogelijk is.

Dat is makkelijk gezegd vanaf de zijlijn. Het moet voor politici loodzwaar zijn om elke dag weer in de arena te stappen om de storm aan morele verontwaardiging te weerstaan die op ze wordt afgevuurd. Het is een bijna onmenselijke opgave om dan te gaan reflecteren in plaats van te polariseren. En toch is dat wat er nodig is om het patroon te keren, al is het maar een beetje.

Annemarie Mars, september 2021


Voor de liefhebber

Meer lezen over de waarde én schade van boosheid? Lees hoofdstuk 18 van De functie van frictie

De functie van frictieFotocredits: “fighting swans” by  Life is a wonder  is licensed under CC BY 2.0
Lees meer →
Annemarie Mars - Hoe ga je om met negatieve mensen

Hoe ga je om met negatieve mensen? (en met Facebooktrollen)

Je hebt ze overal.
Zeikerds. Zuigers. Afbrekers.

Wat doe je met ze?

In Hoe overleef ik moeilijke mensen? beschrijft de psycholoog Jörg Berger zeven persoonlijkheidstypen die je danig op de proef kunnen stellen. Eén van die typen noemt hij negatieve mensen.

‘Negatieve mensen vellen negatieve oordelen over anderen en uiten die zonder enig gevoel voor tact. Daarmee tasten ze het gevoel van eigenwaarde van andere mensen aan’.

Dat zet me aan het denken. Want ook bij organisatieverandering vellen mensen negatieve oordelen, en niet zelden zonder enig gevoel voor tact. Dat noemen we dan weerstand.

Maar zijn mensen in weerstand dus negatieve mensen?

Dat heb ik me afgevraagd. En ik wil mijn inzichten graag met je delen.

Negativiteit kan voortkomen uit weerstand

In mijn boek Hoe krijg je ze mee? is weerstand één van de vier reacties op verandering. Ik omschrijf weerstand als de wrijvingsenergie die loskomt als een verandering bij iemand binnenkomt.

Die wrijvingsenergie kan de vorm krijgen van een negatief oordeel over de verandering:

‘Wie heeft dit nu weer bedacht?’

‘Dat gaat niet werken.’

‘Hallo, dat hebben we dus al geprobeerd.’

Of een negatief oordeel over jou:

‘Kun je dat niet normaal zeggen?’

‘Gast, je wil gewoon je bonus halen.’

Degene die negatief oordeelt wil de verandering ter discussie stellen. Zijn behoefte is om de verandering bij te sturen of tegen te houden.

Die weerstand kan heel functioneel zijn. Zélfs als de ander het uit zonder enig gevoel voor tact. Het kan je wijzen op risico’s waar je zelf nog niet over had nagedacht. Dat maakt de verandering alleen maar beter.

De vraag is: hoe ga je met die weerstand om? Ik kan alles wat ik daarover de afgelopen jaren heb opgeschreven met één zin samenvatten: erken het en onderzoek wat er echt aan de hand is.

Negativiteit kan ook voortkomen uit een gevoel van superioriteit

In het boek van Berger komt het hele woord weerstand niet voor. Hij beschrijft mensen die negatief oordelen uit een andere behoefte. Ze willen zich beter voelen dan jij.

‘Negatieve mensen stellen zichzelf op een voetstuk van superioriteit. Het negatief beoordelen van de ander is geen trucje – het komt voort uit een diepere overtuiging. In de ogen van negatieve mensen sta jij echt op een lagere trede’.

Dat is andere koek.

En ik denk dat Berger iets te pakken heeft waar we niet van weg kunnen kijken. Scroll maar eens door de comments van een willekeurige Facebookpost over vaccinaties. Het superioriteitsgevoel druipt er vanaf. Bij beide kampen.

Toch veroordeelt Berger dit archetype niet. Hij probeert het juist te begrijpen:

‘Wat negatieve mensen echt nodig hebben, is waar het hen als kind aan ontbrak: emotionele warmte, acceptatie en zorg. Ze hebben er vaak onder geleden dat hun ouders niet in staat waren om op hun behoeften in te gaan. Daarom vinden ze nog steeds dat anderen hen tekort doen.’

Berger geeft een aantal strategieën om met negatieve mensen om te gaan. Kort samengevat, in tekst van jou naar de ander:

‘Zolang jij je negatief gedraagt, loop je tegen mijn grenzen aan en hou ik je op afstand. Maar zodra jij je positief gedraagt ben ik aardig voor je en geef ik je aandacht’.’

Dat is interessant. Hij beloont en straft met aandacht.

Dat is ook het enige dat jij en ik kunnen doen bij Facebooktrollen: negeren.

Zijn en mijn aanpak verschillen nogal

Ik zeg over weerstand: je moet het erkennen en onderzoeken. Hij zegt over superioriteit: je moet negatief gedrag op afstand houden en positief gedrag met aandacht belonen.

Wie heeft er gelijk?

Ik denk we allebei gelijk hebben. Want als de behoefte onder de weerstand anders is dan die onder het gevoel van superioriteit, dan moet de strategie ook anders zijn.

Dus je kunt ze beter niet met elkaar verwarren

Je moet precies weten wat er aan de hand is: wil de ander de verandering ter discussie stellen, of wil hij zich beter voelen dan jij?

En dat is lastig. Want je kunt de ander wel vragen wat zijn behoefte is, maar juist in een sfeer van negativiteit zullen mensen zich niet kwetsbaar opstellen. Als ze zich al van hun behoefte bewust zijn.

Een verkeerd etiket is dus snel geplakt.

Dat is beschadigend als je iemand in weerstand onterecht typeert en dus behandelt als Bergers negatieve mensen. Als hij een beetje lomp een bezwaar op tafel legt dat hem aan het hart gaat, en jij hem vervolgens negeert.

Weg relatie. Weg verandering.

Wat doe je dus? Hanteer een tweetrapsraket

Omdat we die foutieve diagnose willen voorkomen, moeten we een volgorde aanbrengen tussen Bergers strategie en die van mij.

  1. We geven iedereen die een negatief oordeel velt, éérst het voordeel van de twijfel: het is uit weerstand. Onderzoek dus eerst of er bij de ander weerstand zit en waar die zit.
  2. Pas als je alles hebt gedaan om de weerstand te vinden en door te werken, en als dat geen resultaat heeft, is de strategie van Berger je last resort.

Annemarie Mars, juni 2019


Voor de liefhebber

Lees deel 3 (en in het bijzonder hoofdstuk 16) van ‘De functie van frictie’ over weerstand en en hoe je ermee omgaat

De functie van frictie

Fotocredits: “Owl 5 – Angry Bird” by travelwayoflife is licensed under CC BY-SA 2.0
Lees meer →
Annemarie Mars - Hoe blijf je uit de arena

‘Als ik even mag uitpraten, sukkel?’ (Of: hoe je bij verandering uit de ring blijft)

‘Met alle respect, maar ik vond je feedback nogal ongenuanceerd.’
‘Ja sorry hoor, ik heb toch echt mijn best gedaan om iets positiefs uit je voorstel te halen.’

Je kent het wel: het gesprek is beleefd. Jij verheft je stem niet, en hij begint niet te schelden. Niemand hoeft 112 te bellen. En toch voel je dat jullie relatie is afgekoeld.

Sterker nog: jullie zijn de ring in gestapt.

Je herkent het gevecht aan: rollende ogen, zuchten, wenkbrauwen optrekken, elkaars inbreng negeren en blikken van verstandhouding wisselen met omstanders. Of aan sukkel-opmerkingen.

Sukkel-opmerkingen?

Dat zijn zinnen waar je de term sukkel achter kunt zetten, zonder dat de strekking verandert:

‘Als ik even mag uitpraten, …’

‘Ik mag toch wel verwachten dat … , …’

‘Gelukkig zijn er ook mensen die wel positief zijn, …’

Wat is er mis met een beetje frictie af en toe?

De ring is een veranderkiller. Op het moment dat je erin stapt slaan je intenties om. Je was erop uit om samen verder te komen, maar de behoefte om de ander terecht te wijzen neemt het over.

Je wilt winnen.

Het gevoel van triomf als je wint is best lekker. Maar niet voor lang. Want als jij de winnaar bent, is de ander de verliezer. Dat beschadigt de relatie. En dan staat de ander niet meer open voor jouw beïnvloeding.

Je wint het gevecht, maar je verliest de verandering.

Maar ik mag toch wel opkomen voor mezelf?

Natuurlijk. Als iemand iets doet dat jou benadeelt, dan moet je daar iets mee. Jij bent ook belangrijk.

Maar zolang je daar boos over bent, sta je in de ring. En de bedoeling is dat je eruit komt.

Het advies dat mensen elkaar vaak geven is: je moet gewoon het gesprek met de ander aangaan. Maar dat is gevaarlijk. Want als je dat doet terwijl je nog de behoefte voelt om de ander terecht te wijzen, komt daar alleen maar méér ruzie van.

Wat moet je dan wel doen als je voelt dat je boos wordt?

Elke gevecht is anders. Er zijn geen vaste recepten. In de ene situatie helpt het om je gevoel uit te spreken, in de andere om een time-out in te lassen, en in de volgende om je advocaat te bellen.

Om erachter te komen wat in jouw situatie helpt, heb je twee inzichten nodig:

1. Zolang ik boos ben, brengt alles wat ik doe me van de regen in de drup

Uit de ring stappen vraagt al je zelfbeheersing. Die kun je alleen opbrengen als je weet wat de prijs is die je betaalt als je er wél in stapt: dat je er spijt van krijgt.

2. Zolang ik boos ben, ontken ik wat ik werkelijk voel

Boosheid is de makkelijkste emotie. Het houdt je weg van je diepere gevoelens, zoals angst, verdriet, machteloosheid of miskenning.

En is dat alles?

Ja. Meer heb je niet nodig.

Inzicht 1 helpt om jezelf te beheersen en uit de ring te stappen, inzicht 2 zorgt er voor dat je gaat onderzoeken wat er écht aan de hand is.

Dus?

Blijf uit de ring als verandering je lief is. Zie je boosheid onder ogen en onderzoek wat er onder ligt. Zodat je weer samen verder kunt.

Annemarie Mars, maart 2019


Voor de liefhebber:

Lees deel 4, hoofdstuk 18 van De functie van frictie over de waarde en de schade van boosheid in verandering.De functie van frictie

Fotocredits: “The Drongo” by VinothChandar is licensed under CC BY 2.0
Lees meer →
Annemarie Mars - Wat maakt veranderen leuk?

Is veranderen leuk?

Organisatieverandering heeft vele kanten. Het is afwisselend, uitdagend, onvoorspelbaar en enerverend.

Maar is het ook leuk?

Zeker wel! Veranderingsprocessen kennen genoeg leuke momenten. De euforie als je samen resultaten boekt. De trots als klanten de omslag waarderen. De humor die voor het oprapen ligt als je gaat experimenteren met ander gedrag. De teamspirit als je samen de verandering inhoud geeft. En de energieboost die je krijgt van een krachtige inspiratiebron.

Maar toch.

Als iemand mij vertelt dat hij met zijn organisatie een verandering heeft doorgemaakt, en dat dat leuk was, geloof ik hem niet. Verandering heeft namelijk altijd een prijs. Je laat altijd iets achter dat je dierbaar is, en elke nieuwe bestemming heeft nadelen.

De functie van frictie

Maar belangrijker nog: als iemand zegt dat een verandering leuk was, dan geloof ik niet dat er echt iets veranderd is. Het veranderen van organisaties betekent het veranderen van gedrag. Het afscheid nemen van oud gedrag en het aanwennen van nieuw gedrag geeft onvermijdelijk frictie: onwennigheid, vertwijfeling, ongemak, onzekerheid en verdriet. Die frictie heeft een belangrijke functie. Het maakt mensen los van het ‘hier en nu’ waardoor ze zich kunnen openstellen voor de toekomst.

De keerzijde van enthousiasme

Leiders kunnen zeggen dat veranderen leuk is, omdat ze denken dat ze mensen op die manier voor een verandering kunnen enthousiasmeren. Maar als dat betekent dat ze mensen alleen de leuke kanten van verandering voorspiegelen, zijn die mensen te weinig voorbereid op de tegenvallers die ze onderweg onvermijdelijk  tegenkomen. Zodra die tegenvallers mensen overvallen, ontstaat frictie die juist niet functioneel is.

Een enthousiaste leider heeft nog een andere keerzijde. Iemand die vragen, zorgen of twijfels heeft over een verandering, zal dan weinig ruimte voelen om die op tafel leggen. Enthousiasme is heel sturend. Vragen, zorgen en twijfels blijven onuitgesproken. Als je echt wilt weten hoe iemand erin zit, is een realistische toon beter dan een enthousiasmerende.

De prijs van gescheiden werelden

Als iemand zegt dat veranderen leuk is, bedoelt hij misschien dat het leiding geven aan verandering leuk is. Het uitdenken van een nieuwe richting, het herinrichten van de organisatie, het uitzetten van veranderstrategieën en het begeleiden van het gesprek over de verandering is inderdaad een geweldig mooi en leuk vak.

Toch heeft het iets raars als het leuker is om de verandering van een ander te leiden dan om hem zelf door te maken. Want dat zou betekenen dat ‘de veranderaar’ en ‘zijn doelgroep’ zich in twee verschillende werelden bevinden. Veranderingen zijn er juist bij gebaat als die werelden met elkaar mengen. Als veranderaars ook mee veranderen en als de doelgroep ook een stempel op de verandering kan drukken. Bijkomend voordeel is dat je ook de leuke kanten van de reis meer gelijk over alle reizigers verdeelt.

Dus?

Zonder frictie geen verandering. Hoe meer realistisch mensen zijn over het proces dat ze met elkaar doormaken, hoe groter de kans dat ze de reis samen zullen volbrengen. Met onderweg ongetwijfeld ook genoeg leuke momenten.

Annemarie Mars, oktober 2015


Voor de liefhebber

Lees De functie van frictie om je te verdiepen in ook de niet leuke (en zelfs donkere) kant van verandering.De functie van frictie

Fotocredits: “owl’s smile!! :)” by merec0 is licensed under CC BY 2.0
Lees meer →

Hoe doorbreek je wij-zij denken?

Wij-zij denken kan veel onheil aanrichten. Het is het patroon waarin de ene groep mensen een andere groep mensen als een belemmering bestempelt om hun doel te bereiken.

Het verwijt verhoogt de drempel om het gesprek met de ander op te zoeken. Dat vergroot de kans op beslissingen die niet werken. Dat draagt weer bij tot meer verwijten en dus tot nog minder bereidheid om het gesprek aan te gaan. Waardoor er nog meer beslissingen genomen worden die niet werken. Enzovoorts.

Wat kun je doen om zo’n negatieve spiraal te doorbreken? (meer…)

Lees meer →